Financieel expert: “Deze zet bindt de handen van de nieuwe regering – maar niet volledig.”
Begin 2025 vond, vlak voor de verkiezingen, de gedeeltelijke herbenoeming van de Raad van Commissarissen en de herbenoeming van governor Maurice Roemer van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) plaats. Opmerkelijk daarbij was dat Roemer aanvankelijk slechts voor één jaar werd herbenoemd, wat afweek van de Centrale Bankwet 2022, die een vaste termijn van zeven jaar voorschrijft.
Op 11 juli heeft de zittende regering haar eerdere besluit herzien. Roemer is alsnog, met terugwerkende kracht, conform de wettelijke termijn benoemd tot 2032. Juridische adviseurs benadrukten dat een kortere benoeming onwettig zou zijn, en de regering heeft dat gecorrigeerd. Toch is er onzekerheid of Roemer het volledige mandaat uitzit, zeker nu de nieuwe regering onder leiding van president Jennifer Simons aan de macht komt.
Volgens financieel expert drs. Radjen T, is het besluit juridisch correct maar politiek gevoelig.
“De vorige regering had de herbenoeming formeel en tijdig moeten regelen volgens de Bankwet. De tussentijdse benoeming voor slechts één jaar was zwak voorbereid en riep twijfel op over de intenties. De latere correctie is legaal, maar wekt politiek wantrouwen’, aldus financieel expert drs. Radjen T.
De functie van CBvS-governor was tijdens de formatiegesprekken een heet hangijzer. Bronnen bevestigen dat de NPS in 2026 de voordracht zou mogen doen voor een nieuwe governor, als onderdeel van de coalitieafspraken. Door de herbenoeming van Roemer lijkt die ruimte nu verdwenen, tenzij Roemer tussentijds aftreedt of wordt verplaatst.
Wat had de vorige regering beter kunnen doen?
Volgens financieel expert drs. Radjen T , had de vorige regering bij het aflopen van Roemers mandaat in februari 2025: Ofwel tijdig een volledige herbenoeming conform wet moeten afronden.
Ofwel formeel het mandaat beëindigen en het proces voor een nieuwe voordracht openstellen.
“In plaats daarvan koos men voor een halfslachtige oplossing die de juridische stabiliteit van de CBvS ondermijnde.”
Wat kan de regering-Simons nu nog doen?
Drs. Radjen T noemt enkele scenario’s:
Onderhandeling met Roemer over een vrijwillige terugtreding.
Wetswijziging of herinterpretatie, mits zorgvuldig onderbouwd.
Politieke druk via De Nationale Assemblee als er sprake zou zijn van onverenigbaarheid met de beleidsvisie van de nieuwe coalitie.
Toch waarschuwt hij:
“Een benoeming van een governor moet niet enkel politiek worden benaderd. De onafhankelijkheid van de Centrale Bank is cruciaal voor financieel vertrouwen, zowel nationaal als internationaal.”
Voorlopig blijft Roemer dus in functie, gesteund door de wet – maar onder politieke spanning. De vraag is niet alleen of hij mag blijven, maar ook of hij kan blijven functioneren in een omgeving waar zijn positie onderwerp is van een machtsstrijd.