Het plan van de president voor welgestelde buitenlanders stuit op talloze juridische obstakels
DOOR MERYL KORSTELLO EN HANSAM NATANSON
Sinds februari promoot de regering-Trump een visum van $5 miljoen voor rijke buitenlanders, met veelbelovende deadlines die keer op keer worden gemist. In april toonde president Donald Trump aan boord van Air Force One een verguld prototype en claimde dat het “binnen twee weken” beschikbaar zou zijn. In juni lanceerde het Witte Huis een website voor een wachtlijst.
Maar in werkelijkheid ligt het visum onder vuur van juridische en politieke hindernissen – als het al ooit wordt ingevoerd.
Experts benadrukken dat een president geen bevoegdheid heeft om zomaar een nieuw visum te creëren; dat vereist een wet van het Congres. Critici noemen het plan een “commercialisering” van burgerschap, in strijd met het traditionele immigratiebeleid.
Doug Rand, adviseur onder Biden, stelt: “Er is geen wettelijke basis. Als ze het proberen, worden ze tegengehouden – en zullen ze waarschijnlijk verliezen.”
Immigratieadvocaten waarschuwen cliënten om afstand te houden. “Waarom inschrijven voordat de details duidelijk zijn?” vraagt advocaat John Stasko zich af. Ondertussen blijft de Commerce Department vaag over hoe het visum illegale stromen zou voorkomen.
Met weinig steun in het Congres en dreigende rechtszaken, lijkt Trumps ‘gouden kaart’ vooralsnog een luchtkasteel.