Op 3 juli 1988 schoot het Amerikaanse oorlogsschip USS Vincennes Iran Air-vlucht 655, een civiel passagiersvliegtuig, neer boven de Perzische Golf. Daarbij kwamen alle 290 inzittenden – waaronder 66 kinderen – om het leven. Nu, 37 jaar later, herdenkt Iran dit drama en eist het gerechtigheid, terwijl het incident wordt aangemerkt als een duidelijk voorbeeld van Amerikaans “staatsterrorisme”.
De Iraanse minister van Transport, Farzaneh Sadegh, benadrukte op de herdenkingsdag dat deze tragedie het ware gezicht van het Amerikaanse buitenlands beleid blootlegt. Ze vergeleek de gebeurtenis met recente acties zoals de Amerikaans-Israëlische aanval op Iraanse nucleaire faciliteiten, die volgens Iran schendingen van internationaal recht vormen.
Het neerhalen van het vliegtuig gebeurde tijdens een operatie in de Straat van Hormuz. Amerikaanse autoriteiten beweerden destijds dat het toestel per ongeluk werd aangezien voor een militair vliegtuig. De kapitein van de USS Vincennes werd later vrijgesproken en zelfs onderscheiden.
Iran wijst erop dat dit slechts één episode is in een langere geschiedenis van Amerikaanse agressie, inclusief sancties, moorden op kernwetenschappers en diplomatieke druk. Volgens Sadegh hebben al deze acties echter geleid tot meer vastberadenheid binnen Iran om zich te verzetten tegen buitenlandse inmenging.