In De Nationale Assemblee legden onlangs alle 51 nieuw gekozen volksvertegenwoordigers de eed of belofte af, zoals de Grondwet dat vereist. Sommigen deden dat met de hand op hun religieus heilig boek — een daad die volgens een vooraanstaande religieus leider van grote morele betekenis is. “Een eed op het heilige boek is een verbintenis met God en het geweten. Wie dat doet, zweert oprecht en bewust trouw aan het land en zijn verplichtingen”, aldus de geestelijke.
Maar de eerste stemming in de Assemblee, voor het voorzitterschap, liet een heel ander beeld zien.
Ondanks de formele eedaflegging besloot de groep van zes samenwerkende partijen – waaronder de NDP, NPS, PL, A20, BEP – om hun stem openlijk te tonen bij het uitbrengen van hun keuze. Ze kozen zo voor transparantie, of misschien eerder voor onderlinge controle.
Volgens politiek analist drs. Vijay wijst dit gedrag op een gebrek aan onderling vertrouwen. “Als je werkelijk vertrouwt op de eed, hoef je elkaars stemgedrag niet te controleren. Het tonen van het stembriefje – bij een geheime stemming – is eigenlijk een politiek toneelstuk. Het is een teken dat men vreest dat niet iedereen zich aan de afspraken houdt.”
De enige partij binnen de zogenoemde ‘grote zes’ die níet publiekelijk haar stem toonde, was de ABOP van Ronnie Brunswijk. Dat roept vragen op. Speelde ABOP een eigen strategisch spel, of probeerden zij juist geloofwaardigheid te behouden door de geheimhouding te respecteren?
Vooral de NDP had een duidelijk motief om op controle aan te sturen. De partij heeft ervaring met interne verrassingen. In 2010 werd, tot verbazing van velen, Jennifer Simons via geheime stemming gekozen tot parlementsvoorzitter – iets wat volgens insiders destijds niet de bedoeling was.
Door het stemgedrag openlijk te maken, probeerde de NDP deze keer een herhaling van zulke scenario’s te voorkomen. “Ze kennen het spel, want ze hebben het zelf gespeeld. Nu willen ze vooral niet verrast worden”, aldus drs. Vijay.
Het contrast tussen de religieuze ernst van de eedaflegging en het politieke wantrouwen dat daarna direct zichtbaar werd, toont aan hoe diep verdeeld en strategisch het politieke speelveld is. De eed mag dan heilig zijn — het spel blijft werelds.