Laten wij eerlijk zijn. Politiek is geen liefdesverhaal. Politiek is hard, soms onvoorspelbaar, en vooral: een spel van macht, invloed en beeldvorming. Dat besef lijkt Ronnie Brunswijk goed te hebben. Hij eist voor zijn partij, de ABOP, de functie van vicepresident op. En zoals hij zelf zegt: “In de politiek gaat het niet om liefde.” Maar hoe realistisch is zijn eis, en wie speelt hier eigenlijk het hardst?
Toen de nieuwe coalitie werd gevormd, was ABOP nog niet aan tafel. De drie topfuncties — president, vicepresident en voorzitter van De Nationale Assemblée — waren toen al verdeeld tussen NDP en NPS. Brunswijk wist dat. Toch stapte hij in. Maar nu, nu de kaarten opnieuw lijken te worden geschud, wil hij zijn deel van de koek. En dat deel moet volgens hem groot zijn — net zo groot als zijn partij.
Want laten we de cijfers niet vergeten: ABOP is géén kleine speler. Sterker nog, in zetelaantal is zij gelijkwaardig of zelfs groter dan de NPS. Dus waarom zou een partij met die politieke zwaarte zich tevreden moeten stellen met kruimels, terwijl anderen de hoofdprijs pakken?
Vanuit machtspolitiek oogpunt is Brunswijk’s eis logisch. Hij wil invloed. Hij wil zichtbaarheid. Hij wil zijn achterban laten zien: “Ik lever resultaten.”
Maar er is ook een andere kant.
De andere coalitiepartijen hebben hun functies al verdeeld, en wij kunnen ons afvragen: zijn er vooraf afspraken gemaakt? Wist ABOP dat de posities al min of meer vastlagen? En zo ja, waarom dan nu de harde opstelling? Zijn we getuige van eerlijke onderhandeling — of van strategische druk, bedoeld om te heronderhandelen wat al besloten was?
De vraag wordt prangender nu de NPS haar kandidaat al formeel heeft voorgedragen als vicepresident en de nieuwe voorzitter van DNA reeds gekozen is. Is er dan nog ruimte om te schuiven? Of is dit slechts politieke druk, bedoeld om een sterkere onderhandelingspositie af te dwingen op andere vlakken?
Toch heeft ook de coalitie huiswerk te doen. Want als je zegt te handelen in landsbelang, waarom dan niet grootmoedig zijn en een deel van de macht delen met een gelijkwaardige coalitiepartner? Waarom niet kiezen voor samenwerking in plaats van schaduwgevechten?
En als Brunswijk zijn zin niet krijgt, wat dan? Loopt hij weg van de onderhandelingstafel? Richt hij zijn pijlen op een andere partner, in deze VHP, om alsnog via de VVV zijn doel proberen te bereiken? En wat doet dat met de geloofwaardigheid en stabiliteit van de net gevormde coalitie?
Beide kanten hebben een punt. Maar wat het volk ziet, is een strijd om macht — niet om principes. En dat is niet mooi. Want net nu het vertrouwen in de politiek laag is, hoopte men op een nieuwe, frisse wind.
Wat nu telt, is leiderschap. Geen politieke spierballen. Geen machtsspelletjes. Maar keuzes in het belang van land en volk. En die beginnen met eerlijkheid, respect voor afspraken én de moed om soms ook in te leveren.
Er is nog tijd om te kiezen voor samenwerking boven strijd — als men tenminste écht in het belang van Suriname wil handelen.
Preani Koendjbiharie