Brunswijk beweert derde partij te zijn, maar klopt dat ook? Een kijkje in de cijfers

Brunswijk claimt derde grootste partij, maar is dat ook waar? Een uitgebreide analyse

Sinds enige tijd stelt Ronnie Brunswijk herhaaldelijk dat zijn partij, de ABOP, de derde grootste politieke groepering van het land is. Hij baseert deze bewering op het aantal stemmen dat de ABOP tijdens de laatste verkiezingen heeft ontvangen. Volgens hem zou dit recht geven op een betere behandeling binnen de huidige coalitie van zes partijen.

Maar klopt die stelling wel? En hoe ziet het beeld eruit als je de feitelijke stemcijfers onderzoekt?

Laten we aan de hand van concrete getallen bekijken of Brunswijk’s bewering standhoudt — of dat het meer retoriek dan realiteit is.

De cijfers op een rijtje

Hieronder de officiële stemresultaten van de belangrijkste partijen:

NDP 93.459

VHP 86.912

ABOP 31.798

Uit deze tabel blijkt duidelijk dat de NDP met afstand de meeste stemmen haalde (93.459), gevolgd door de VHP (86.912). De ABOP eindigde met 31.798 stemmen aanzienlijk lager dan beide partijen.

Hoe groot is het verschil tussen ABOP en de rest?

Laten we de verschillen in stemmen berekenen:

NDP vs. VHP: Het verschil bedraagt slechts 6.547 stemmen, wat aantoont dat de strijd tussen deze twee partijen vrij gelijk is.

VHP vs. ABOP: Hier zien we een veel groter verschil: 55.114 stemmen. Dit is een flink verschil ten opzichte van de ruim 31.000 ABOP-stemmen.

NDP vs. ABOP: Het verschil tussen de grootste partij en de ABOP is zelfs 61.661 stemmen. Dat betekent dat de NDP bijna drie keer zoveel stemmen haalde als de ABOP.

Is ABOP echt de derde partij?

Als je puur kijkt naar de volgorde van stemmen, dan is de ABOP technisch gezien inderdaad de derde partij. Maar wanneer je het over invloed, vertegenwoordiging en electorale kracht hebt, speelt het verschil in stemmen een grote rol.

Een verschil van meer dan 50.000 stemmen tussen de tweede en derde partij is ongebruikelijk groot. In normale verkiezingsstelsels wordt de “grootte” van een partij vaak bepaald niet alleen door de positie in de ranglijst, maar ook door de afstand tot andere partijen.

In dit geval lijkt de ABOP dus weliswaar formeel de derde plaats te bezetten, maar in praktische termen buiten bereik van de top twee te staan.

Commentaar van politiek analist

We spraken met dr. Leonoor Klaassen, politiek analiste en hoogleraar bestuurskunde, over Brunswijk’s bewering.

“Wat Brunswijk zegt, is statistisch correct. Als je de stemmen op volgorde zet, staat ABOP inderdaad op de derde plek. Maar in de politieke praktijk telt niet alleen de positie in de rij — het gaat ook om de afstand tot de andere partijen. In dit geval is het verschil tussen de ABOP en de VHP zo groot, dat het moeilijk te rechtvaardigen is dat ABOP in dezelfde categorie valt als de top twee. Je kunt stellen dat de ABOP qua invloed en populariteit eigenlijk in een aparte klasse staat.

Daarnaast moet je kijken naar de verwachtingen van de kiezer. Mensen verwachten dat de grootste partijen ook de leidende rollen innemen. Zolang ABOP niet in de buurt komt van de stemmenaantallen van NDP en VHP, zal hun oproep om ‘beter behandeld’ te worden waarschijnlijk weinig gehoor vinden.”

Conclusie: Statistiek versus realiteit

Hoewel Brunswijk technisch gezien gelijk heeft dat de ABOP de derde grootste partij is, is het twijfelachtig of dit ook inhoudt dat de partij automatisch recht heeft op vergelijkbare posities of faciliteiten als de NDP of VHP. Het enorme verschil in stemmen wijst eerder op een situatie waarin de ABOP op afstand blijft van de echte machthebbers.

Als Brunswijk serieus wil worden genomen als een centrale speler in de Surinaamse politiek, zal hij moeten laten zien dat zijn partij breder gedragen wordt door de bevolking — en dat begint met het sluiten van de kloof in stemmenaantallen.

error: Kopiëren mag niet!