Commentaar van een Surinaamse politieke analist
Suriname is een land gezegend met overvloedige natuurlijke rijkdommen – van goud en olie tot hout en water – maar toch leeft het merendeel van de bevolking in armoede.
En dat is geen toeval. Volgens een Surinaamse politieke analist is het een systemisch probleem dat diepgeworteld zit in het politieke en sociaaleconomische weefsel van het land.
“Surinamers zijn arm gebleven, omdat het land structureel bestuurd wordt door dezelfde families, groepen en netwerken die al generaties lang de macht vasthouden”, zegt de analist. “Niet alleen in de politiek, maar ook in het bedrijfsleven heerst er een soort dynastieke corruptie – een gesloten club van bevoorrechten die elkaar posities toeschuiven en de nationale rijkdommen plunderen.”
Een land gevangen in zijn eigen elite
De elite in Suriname – politiek en economisch – is volgens de analist zelden vernieuwd. Dezelfde namen keren terug in nieuwe vormen. Soms zijn het de kinderen of kleinkinderen van eerdere machthebbers. “Het systeem recycleert zichzelf. Daardoor blijft dezelfde corruptieve cultuur voortleven”, benadrukt hij.
Er zijn uitzonderingen geweest, figuren met een moreel kompas die wél dienden in het belang van het volk:
Frank Playfair, Ronald Venetiaan, Harry Kisoensingh, Ernie Brunings, Jiwan Sital. “Dat waren politici met visie, integriteit en een oprechte sociale missie. Zij zijn nooit rijk geworden ten koste van het volk.”
Toch blijken dit soort figuren zeldzaam. “Het gros van de Surinaamse bevolking kiest, opvallend genoeg, steeds weer voor politici met een discutabel verleden. Het lijkt alsof het volk zich identificeert met de corruptie, of dat steelse succes bewondert in plaats van afwijst”, aldus de analist.
Gebrek aan goed geschoolde kaders
Een belangrijke structurele zwakte in Suriname is het lage opleidingsniveau en het beperkte aantal goed opgeleide bestuurders. “Het maakt het land extreem kwetsbaar voor corruptie, buitenlandse invloed en slecht beleid. Er zijn simpelweg te weinig mensen met de technische en ethische vaardigheden om een transparant, inclusief beleid te voeren.”
Andere landen die hier ook onder leden – zoals Haïti, Nigeria, of Venezuela – laten zien wat er gebeurt als natuurlijke rijkdom niet gepaard gaat met sterke instituties en goed onderwijs: massale corruptie, armoede, en sociale instabiliteit.
En nu?
De conclusie van de analist is hard maar eerlijk: “Zonder een fundamentele cultuuromslag – waarbij corruptie niet langer de norm is en integriteit wordt beloond – zal Suriname blijven vastzitten in deze spiraal. Het volk moet zichzelf andere leiders durven wensen. Tot die tijd blijft het: rijk aan bronnen, arm van geest.”