Offshore wordt geschiedenis geschreven. In Suriname groeit de verwachting: olie, veel olie. Internationale energiebedrijven, waaronder TotalEnergies en Apache, hebben grote vondsten gedaan voor de kust van Suriname. De potentie lijkt enorm-honderden miljoenen vaten ruwe olie, klaar om de koers van het land te veranderen. Maar wie kijkt er naar wat er aan land gebeurt?
Tussen hoop op werkgelegenheid en vrees voor ecologische schade leeft bij velen, waaronder vissers, een groeiende onzekerheid.
In tegenstelling tot veel landen die werden overvallen door de zegen en vloek van ‘het zwarte goud’, heeft Suriname enige tijd om zich voor te bereiden. Noorwegen wordt vaak genoemd als lichtend voorbeeld: een land waarvan de olieopbrengsten haar economie omzette in een van de meest welvarende economieën ter wereld. Dit dankzij een strikt beheerd staatsfonds.
Aan de andere kant staat Nigeria, waarbij vanwege de ongelijke verdeling van de olieopbrengsten, een groot deel van de bevolking in de Niger in armoede leeft en hele regio’s vanwege de vervuiling van de olie-industrie worden getroffen.
Suriname balanceert op de drempel tussen deze twee verhalen. De overheid heeft in december 2024 wetgeving voor het opzetten van een spaar- en stabilisatiefonds herzien. Hierin zijn nieuwe regels vastgesteld voor het beheer van dat fonds. Het doel van deze herziening is om een bijdrage te leveren aan een doelmatig beheer van begrotingsmiddelen afkomstig uit natuurlijke hulpbronnen waaronder olie door in het geval van schommelende inkomsten als een stabilisatiemechanisme voor de begroting te functioneren en als een lange termijn spaarmechanisme voor huidige en toekomstige generaties.
Maar critici vragen zich af of er voldoende transparantie is, en of er ruimte is voor lokale inspraak. Het maatschappelijk debat is tot nu toe beperkt, al klinkt er steeds vaker een oproep voor dialoog- zeker in de gemeenschappen die het dichtst bij de zee leven.
Tegelijkertijd groeit het bewustzijn dat de olie geen eeuwige bron zal zijn. De wereld beweegt richting duurzame energie.
Kan Suriname, als het echt begint te verdienen aan olie, juist dat geld inzetten om ook te investeren in groene energie en onderwijs? Dan zou deze olieboom niet het einde zijn van duurzaamheid, maar het begin ervan.
In de schaduw van FPSO’s (Floating Production Storage and Offloading, is een drijvend platform dat wordt gebruikt voor de productie, opslag en overslag van olie en gas op zee) en glinsterende toekomstscenario’s, speelt zich dus een ander, subtieler verhaal af. Een verhaal over voorbereiding, participatie, en keuzes die misschien wel de toekomst van een generatie zullen bepalen.
