Een man die bijna vijftig jaar in de dodencel zat in Mississippi is woensdag geëxecuteerd. Richard Gerald Jordan ontvoerde en vermoordde Edwina Marter in 1976, om vervolgens 25.000 dollar losgeld te eisen van haar echtgenoot.
De 79-jarige Jordan stierf woensdag na een dodelijke injectie. Hij werd bijna vijftig jaar geleden ter dood veroordeeld en zat langer dan wie dan ook in de staat Mississippi in de dodencel.
In zijn laatste woorden bedankte hij iedereen voor de “menselijke” manier waarop de executie zou gebeuren. Jordan was een van meerdere terdoodveroordeelden die de staat Mississippi aanklaagden omwille van de executie in drie stappen. Die werd er nog steeds gebruikt: eerst een verdoving, dan een verlammend middel en vervolgens de dodelijke injectie. Die manier zou “wreed” zijn, aangezien het verlammende middel niet om medische redenen wordt toegediend en signalen van pijn verhindert.
In 1976 was Jordan een werkloze veteraan, pas terug van de Vietnamoorlog. Wanhopig op zoek naar geld, belde hij naar de Gulf National Bank. Daar kreeg hij te horen dat Charles Marter zijn telefoontje zou aannemen. In een telefoonboek vond Jordan het thuisadres van Marter. Hij trof er diens vrouw Edwina aan. De oud-soldaat ontvoerde haar, nam haar mee naar een bos en schoot haar dood. Vervolgens belde hij haar man op om 25.000 dollar losgeld te vragen.
Jordan ging meermaals in beroep tegen zijn straf, maar werd vier keer ter dood veroordeeld. Zijn advocaat vond dat er geen rekening werd gehouden met de trauma’s die haar cliënt opliep in Vietnam, maar de rechter volgde haar pleidooi nooit.