Door: Jeroen van Dalen, politiek journalist
In de wereld van internationale verslaggeving spelen de media een sleutelrol. Ze bepalen niet alleen wat wij te zien krijgen, maar ook hoe wij het zien. De bekende uitspraak dat “de media de machtigste entiteit op aarde is” klinkt dan ook vandaag actueler dan ooit, zeker als we kijken naar de berichtgeving over het Midden-Oosten.
Neem het recente conflict tussen Israël en Hezbollah, waarbij Israël luchtaanvallen uitvoerde op zuidelijk Libanon. Veel westerse media kopten met: “Israël reageert op dreiging uit Libanon”, terwijl uit VN-rapporten en onafhankelijke bronnen bleek dat Israël de eerste militaire actie ondernam. Toch wordt Israël in het narratief vaak neergezet als het verdedigende slachtoffer.
Een schrijnender voorbeeld is de manier waarop Iran steevast als agressor wordt neergezet. Ondanks dat Iran in de moderne geschiedenis nooit een ander land is binnengevallen, wordt het in veel krantenkoppen als “de dreiging voor de regio” genoemd. Israël daarentegen – met militaire acties in Gaza, Libanon en Syrië – wordt zelden als de agressor bestempeld. Deze framing beïnvloedt hoe het publiek sympathie of afkeer ontwikkelt.
Commentaar van de journalist:
Wat we hier zien, is geen objectieve verslaggeving, maar geopolitieke beïnvloeding verpakt als nieuws. De westerse media zetten Israël vaak neer als de dappere verdediger van democratische waarden, en Iran als de boeman uit het Oosten. Dit is geen journalistiek; dit is propaganda.
Als journalisten hebben we de plicht om voorbij nationale belangen en bondgenootschappen te rapporteren. Want wie controle heeft over het verhaal, heeft macht – en macht zonder verantwoording is gevaarlijk.
De vraag is niet langer óf de media de werkelijkheid verdraaien, maar waarom wij die verdraaiing blijven accepteren.