Visie van een visionair op de toekomst van een land in nood
Suriname, een land met nog geen 600.000 inwoners, staat op een breekpunt. Decennialang is het land geleid door een politieke elite die – links of rechts in naam – de werkelijkheid van de gewone burger steeds verder uit het oog verloor. Onder de huidige rechtse regering van president Chan Santokhi is deze afstand alleen maar gegroeid. De druk op de bevolking is zwaarder dan ooit. Belastingen stijgen, de kosten van levensonderhoud rijzen de pan uit, en kansen op een beter bestaan zijn schaars.
Rechtse politiek in een land met structurele ongelijkheid
Een rechtse regering – gericht op marktwerking, privatisering en minimale overheidsinterventie – past niet in een land waar het merendeel van de bevolking kampt met structurele armoede. Suriname heeft simpelweg niet genoeg geschoolde mensen, niet genoeg werkgelegenheid, niet genoeg toegankelijke zorg of onderwijs.
Rechtse regeringen gaan ervan uit dat iedereen gelijke kansen heeft – maar dat is in Suriname niet het geval. Gelijke kansen bestaan niet als je in een systeem leeft waarin wie rijk is toegang heeft tot buitenlandse scholing, medische zorg in Nederland en dubbele paspoorten, terwijl wie arm is achterblijft in een krimpend en uitgeput land.
Surinamers kopiëren een model dat nooit werkte
Er is slechts één politiek-cultureel referentiekader waar Suriname zich steeds op baseert: Nederland. Dat komt door de taal, de historische banden, familiebanden en het onderwijssysteem. Maar dit model, hoe vertrouwd ook, heeft Suriname nooit echt vooruit geholpen.
Al 50 jaar wordt er geprobeerd een “Nederlands model” over te nemen in een totaal andere context. En al 50 jaar blijft de armoede stijgen, neemt de ongelijkheid toe en is het land niet in staat om zijn eigen toekomst vorm te geven.
De noodzaak van een socialistische ideologie
Het is tijd voor een fundamenteel andere koers. Suriname heeft een socialistische regering nodig – niet alleen in naam, maar met een duidelijke, doorleefde ideologie. Een regering die het welzijn van de burger centraal stelt. Die ongelijkheid niet als een ‘economisch bijeffect’ ziet, maar als een probleem dat actief moet worden bestreden.
Een socialistische benadering betekent:
- Gratis en toegankelijk onderwijs en gezondheidszorg
- Progressieve belasting op vermogen en kapitaal, niet op armoede
- Actieve herverdeling van rijkdom
- Investeringen in lokale productie, landbouw en zelfvoorziening
- Een overheid die beschermt, ondersteunt en ontwikkelt – niet alleen controleert
Politici geloven er zelf niet meer in
De werkelijkheid is schrijnend: veel politici hebben hun familie al ondergebracht in Nederland. Met een Europees paspoort, Europese voorzieningen en een toekomst buiten Suriname. Dat alleen al toont aan hoe weinig vertrouwen zij hebben in hun eigen beleid en toekomstvisie.
Wat blijft achter? Een bevolking die wordt uitgeperst, die steeds minder hoop heeft, die steeds vaker droomt van vluchten. Wie blijft, wordt vaak getekend door uitzichtloosheid en verdriet.
Waarom zou hetzelfde denken ineens een ander resultaat opleveren?
Als je al 50 jaar hetzelfde probeert en steeds faalt, waarom zou het dan plots wél werken? Suriname heeft nood aan visie. Niet aan kopieën, niet aan tijdelijke lapmiddelen, niet aan loze beloften.
Wat nodig is, is moed om het systeem radicaal te herdenken. Een socialistische regering die durft te kiezen voor de mensen die geen stem meer hebben. Voor kinderen zonder toekomst, voor jongeren zonder werk, voor ouderen zonder zekerheid.
Want een rechtse koers in een land zonder vangnet is geen beleid. Het is een route naar nationale afbraak.
Het is tijd dat Suriname durft te kiezen voor zichzelf.
Niet voor buitenlandse modellen. Niet voor elitepolitiek.
Maar voor de mens – de Surinamer die hier woont, leeft en wil blijven.