De recent ondertekende productiedelingscontract (PSC) tussen Staatsolie en het Maleisische Petronas voor Blok 66 roept vragen op bij burgers en experts. Terwijl het offshoregebied in Suriname in hoog tempo in buitenlandse handen komt, ontbreekt cruciale informatie over hoe de verdeling van olie-inkomsten precies plaatsvindt. Ook details over de totale overeenkomst blijven geheim.
“Dit soort geheimhouding voedt speculatie en ondermijnt het vertrouwen van de burger in wat wordt voorgesteld als een ‘volksbedrijf’”, aldus een ervaren olie-expert die anoniem wil blijven. “De samenleving heeft recht op transparantie, zeker wanneer het gaat om natuurlijke hulpbronnen van het land. Maar zelfs De Nationale Assemblée krijgt de volledige inhoud van dit soort miljoenencontracten niet te zien.”
Met deze PSC komt ongeveer 50% van Surinames offshoregebied onder contract, volgens het officiële persbericht. Petronas verkrijgt via dochterbedrijf PSEPBV tachtig procent van de rechten in Blok 66 en wordt daarmee operator. Staatsolie behoudt twintig procent via dochterbedrijf POC. Wat deze verdeling echter concreet betekent in opbrengsten, risico’s en zeggenschap, blijft buiten beeld.
Het gebrek aan openheid voedt de roep om een structurele hervorming: olie- en gasaangelegenheden moeten ondergebracht worden in een speciaal ministerie van Olie- en Gaszaken. “Zaken van deze omvang en impact horen niet thuis bij een staatsbedrijf dat geen publieke controle kent. Er zijn honderden miljoenen in het spel. Dit mag geen exclusieve club blijven”, benadrukt de expert.
Totdat volledige transparantie wordt gegarandeerd, blijft de burger achter met vragen. En in het vacuüm van informatie bloeit wantrouwen.