Het recht van “Buitenvrouw” en buitenechtelijk kind? Niet alles is vanzelfsprekend!

Met de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (NBW) in Suriname is er meer erkenning gekomen voor de werkelijkheid waarin veel mensen leven: samenwonen zonder huwelijk en kinderen buiten echt. Toch leidt dat geregeld tot misverstanden. In het publieke debat, die vaak via sociale media een eigen interpretatie krijgt,  wordt vaak gedacht dat levenspartners en buitenechtelijke kinderen automatisch rechten hebben. Dat is onjuist. Het NBW stelt strikte voorwaarden, en wie daaraan niet voldoet, komt vaak met lege handen te staan.

Geen rechten voor de ‘buitenvrouw’ zonder duurzame samenleving

De wet kent de termen “buitenvrouw” of “buitenman” niet. In plaats daarvan spreekt het NBW van een levenspartner of een relatie van concubinaat. Alleen als er sprake is van een duurzame samenleving van ten minste tien jaar, kan een levenspartner onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op rechten, zoals het vruchtgebruik van een woning of een deel van de nalatenschap.

Maar ook dan geldt: er ontstaat geen automatisch recht. De partner moet zich tot de rechter wenden om zijn of haar rechten te laten erkennen. De rechter beoordeelt per geval of aan alle voorwaarden is voldaan, en kijkt daarbij naar de feitelijke omstandigheden, zoals de aard van de relatie, wederzijdse zorg en afhankelijkheid. Er is dus geen standaardformule: elke situatie wordt afzonderlijk beoordeeld.

Geen erfrecht voor buitenechtelijke kinderen zonder erkenning of vaststelling

Voor kinderen die buiten huwelijk zijn geboren geldt evenmin dat zij vanzelf rechten hebben ten opzichte van hun biologische vader. Een buitenechtelijk kind heeft pas erfrecht als:

  • de vader het kind heeft erkend, of
  • het kind door de vader bij testament is benoemd tot erfgenaam, of
  • de rechter het vaderschap heeft vastgesteld (artikel 1:207 NBW).

Is er geen erkenning of testament, dan kan het kind via de rechter vaderschap laten vaststellen. Dit kan ook ná het overlijden van de vader, mits dat gebeurt binnen vijf jaar na de geboorte van het kind of onder bijzondere omstandigheden. Echter: als het kind al een juridische vader heeft, kan deze procedure niet meer worden gestart.

Zonder erkenning of rechterlijke vaststelling bestaat er geen erfrecht, geen recht op onderhoud en geen juridische familierechtelijke band met de biologische vader.

De juridische realiteit is weerbarstig

Hoewel het NBW modernere gezinsvormen erkent, betekent dat niet dat rechten voor samenwonenden of buitenechtelijke kinderen automatisch ontstaan. Wie geen huwelijksakte heeft, geen erkenningsakte bezit of geen gerechtelijke uitspraak kan tonen, staat zwak.

Bescherming is mogelijk, maar alleen als aan wettelijke voorwaarden is voldaan, en vaak pas nadat een rechter daarover uitspraak heeft gedaan. Dat vereist juridische actie, inzicht in de juiste procedures én tijdige stappen.

wie zwijgt of wacht, riskeert alles te verliezen

In informele gezinsvormen zijn liefde en zorg belangrijk, maar ze zijn geen juridisch bewijs. Het nieuwe Burgerlijk Wetboek biedt ruimte voor erkenning en bescherming, maar legt de lat hoog. Rechten komen niet vanzelf. Ze moeten tijdig en bewust worden geregeld – bij voorkeur nog bij leven – via erkenning, testament of gerechtelijke procedures.

Wie zekerheid wil voor zichzelf of zijn kinderen, doet er verstandig aan juridisch advies in te winnen. Want in het Surinaams recht geldt meer dan ooit: wat niet schriftelijk of via de rechter is vastgelegd, bestaat vaak juridisch gewoon niet.

Iris Nazir

error: Kopiëren mag niet!