Door Gavin Newsham
De Amerikanen komen eraan – en ze kopen Engelse voetbalclubs op. Afgelopen seizoen werden de top drie competities gewonnen door clubs met Amerikaans geld. Maar liefst 12 van de 20 teams in de Premier League, de meest bekeken voetbalcompetitie ter wereld, zijn geheel of gedeeltelijk in handen van Amerikaanse investeerders. Onder hen bevinden zich bekende sterren zoals acteurs Michael B. Jordan en Will Ferrell, NFL-ster J.J. Watt en basketballegende LeBron James. Ook in de lagere divisies domineert Amerikaans kapitaal, met namen als Tom Brady, Ryan Reynolds en Rob McElhenney.
“Angst om iets mis te lopen”
Volgens Kieran Maguire, auteur van The Price of Football, is er sprake van een “Amerikaans geleide revolutie” in het Engelse voetbal. “Het lijkt een beetje op crypto: er is een angst om de boot te missen.” Deze invasie valt samen met de groeiende Amerikaanse aanwezigheid in de internationale voetbalwereld en een toenemende interesse in de sport.
Vanaf aanstaande zondag organiseert de VS zelfs het FIFA Club World Cup, met Engelse topclubs als Manchester City en Chelsea in de line-up. Laatstgenoemde werd in 2022 overgenomen door een Amerikaanse investeerdersgroep onder leiding van miljardair Todd Boehly, die ook mede-eigenaar is van de Los Angeles Dodgers. In 2026 zal de VS samen met Canada en Mexico het WK organiseren.
Succesverhalen en kritiek
De Amerikaanse clubs beleven een gouden periode. Liverpool, in handen van de Boston-based Fenway Sports Group (met LeBron James als aandeelhouder), won de Premier League in april. Leeds United, eigendom van de Californische 49ers Enterprises (met investeerders als Will Ferrell en Michael Phelps), promoveerde naar de Premier League. En Birmingham City, gesteund door Tom Brady, won de derde divisie.
Ook het verhaal van Wrexham, gekocht voor slechts $2,5 miljoen door Ryan Reynolds en Rob McElhenney, is opmerkelijk. De club klom op van de vijfde naar de tweede divisie en is nu $400 miljoen waard. Hun succes werd vastgelegd in de Disney-serie Welcome to Wrexham.
Niet iedereen is enthousiast
Toch is niet iedereen blij met de Amerikaanse invloed. Fans van Manchester United hebben bijvoorbeeld al jaren conflicten met de Amerikaanse Glazer-familie, die de club met schulden zouden hebben opgezadeld terwijl ze zelf winst uitkeerden. “De Glazers zijn geen voetbalfans, maar geldfans,” aldus Maguire.
Bovendien zijn er zorgen over mogelijke veranderingen in de Premier League, zoals het spelen van wedstrijden in de VS. Met 14 stemmen zouden Amerikaanse eigenaren dergelijke plannen kunnen doorvoeren.
Conclusie
De Amerikaanse invloed in het Engelse voetbal blijft groeien, gedreven door financiële kansen en sterren die hun merk willen uitbreiden. Of dit goed is voor de sport, blijft een punt van discussie. Eén ding is zeker: de revolutie is nog lang niet voorbij.
