Het is steeds duidelijker geworden dat IsraĆ«l er niet in is geslaagd om Iraanse kerninstallaties aanzienlijke schade toe te brengen, laat staan ze te vernietigen. Een van de belangrijkste redenen hiervoor is de constructie en locatie van Iranās meest gevoelige faciliteiten. Installaties zoals de Fordow-brandstofverrijkingsfabriek zijn diep onder de grond gebouwd in versterkte bunkers, waardoor ze zeer bestand zijn tegen conventionele luchtaanvallen.
Om dergelijke doelen effectief te kunnen treffen, zijn gespecialiseerde wapensystemen nodig, met name zware ‘bunker-busting’-bommen zoals de Amerikaanse GBU-57 Massive Ordnance Penetrator. IsraĆ«l beschikt niet over dergelijke wapens en heeft ook niet de vereiste langeafstandsbommenwerpers om ze in te zetten. Hoewel de IsraĆ«lische luchtmacht geavanceerde toestellen zoals de F-15 en F-35 heeft, kunnen deze geen bommen van dit formaat dragen. Bovendien zouden dergelijke operaties uitgebreide bijtankvluchten en steun van regionale bases vereisen.
De Verenigde Staten daarentegen hebben wƩl de benodigde wapensystemen en een aanzienlijke militaire aanwezigheid in de regio. Hun arsenaal omvat langeafstandsbommenwerpers en precisiegeleide bunkerbrekende munitie, waarvan veel al binnen operationeel bereik van Iran gestationeerd zijn. Washington heeft dus de mogelijkheid om verharde doelen aan te vallen, mocht het tot escalatie besluiten.
IsraĆ«l heeft vooralsnog gekozen voor een strategie van geleidelijke uitputting. In plaats van een grootschalige aanval op Iraanse nucleaire infrastructuur, richt het zich op het vertragen van Iranās technologische vooruitgang door gerichte aanvallen op hoge militaire en wetenschappelijke figuren, verstoring van commandostructuren en pogingen om de institutionele continuĆÆteit van Iranās nucleaire en defensieprogrammaās te ondermijnen.
Het lijkt erop dat deze aanpak past binnen een breder IsraĆ«lisch doel: het destabiliseren van het Iraanse regime. Recente ontwikkelingen, waaronder precisieaanvallen in Iran waarbij hooggeplaatste wetenschappers en militaire leiders omkwamen, evenals vermeende betrokkenheid bij interne sabotage, suggereren dat IsraĆ«l niet alleen Iranās nucleaire ambities wil dwarsbomen, maar ook de institutionele ruggengraat van diens strategische capaciteiten wil breken. Tegelijkertijd lijkt Iran verzwakt en terughoudend om tot een grootschalig conflict te escaleren. Waarschijnlijk probeert het bewust tijd te rekken om deze oorlog te verlengen.
Israël lijkt nu steeds meer geïnteresseerd in het betrekken van de VS bij directe militaire acties. Dit zou een belangrijk keerpunt in het conflict betekenen. Voorlopig blijven beide landen verwikkeld in een hoogrisicostrategisch spel, gekenmerkt door beperkte maar escalerende acties, waarbij het risico op een bredere regionale uitbreiding gestaag toeneemt.