In diplomatieke kringen is vooralsnog sprake van terughoudendheid ten aanzien van het innemen van een formele houding tegenover een mogelijke nieuwe regering in Suriname.
Verschillende landen waarmee Suriname diplomatieke betrekkingen onderhoudt, achten het op dit moment prematuur om zich uit te spreken over het toekomstig leiderschap in het land. Ook Nederland neemt, ondanks de historische banden, vooralsnog een afwachtende houding aan.
Die terughoudendheid heeft een duidelijk diplomatiek motief: eerst willen de betrokken landen een helder beeld krijgen van de samenstelling en het beleid van een eventuele nieuwe regering. Pas nadat er politieke gesprekken hebben plaatsgevonden en de beleidslijnen zijn uitgezet, zullen landen hun diplomatieke houding en strategie daarop afstemmen. Tot dat moment wordt in stilte geobserveerd en geanalyseerd of gemaakte beloften worden nagekomen.
Diplomatieke bekoeling tussen Suriname en Nederland (2010–2020)
De relatie tussen Suriname en Nederland kende in de periode 2010 tot 2020 een dieptepunt. Tijdens het presidentschap van Desi Bouterse werd de bilaterale relatie tussen beide landen feitelijk bevroren. Het initiatief tot die diplomatieke afkoeling kwam nadrukkelijk van Surinaamse zijde. De regering-Bouterse gaf geen blijk van interesse in het versterken of onderhouden van de diplomatieke band met Nederland.
Een opmerkelijk moment in deze periode was het weigeren van Suriname om akkoord te gaan met de zogenoemde agrément-aanvraag van de door Nederland voorgestelde ambassadeur. In diplomatieke termen betekent een agrément de formele goedkeuring die een ontvangend land moet geven voordat een ambassadeur van een zendstaat zijn of haar functie kan uitoefenen. Zonder dit akkoord kan de diplomaat zijn ambt niet aanvaarden of uitvoeren.
Ook tijdens de inauguratie van Bouterse als president in 2010 werd een duidelijk signaal afgegeven. Hoewel de Nederlandse ambassadeur in Suriname officieel een uitnodiging kreeg om de ceremonie bij te wonen, werd hem ter plekke geen zitplaats aangewezen – een symbolische handeling die breed werd geïnterpreteerd als een afwijzing van Nederlandse aanwezigheid.
Daar bleef het niet bij. In de daaropvolgende jaren wees Suriname onder Bouterse ook geen ambassadeur aan voor de post in Den Haag. De politieke relatie kwam tot stilstand, al bleven de contacten tussen de samenlevingen – zoals tussen burgers, organisaties en diaspora – onverminderd doorgaan.
Herstel onder Santokhi
Met de aantreding van de regering-Santokhi in 2020 kwam er een ommekeer. De bevroren diplomatieke betrekkingen met Nederland werden hersteld en op politiek niveau hervat. Beide landen benoemden wederzijds ambassadeurs, waarmee het diplomatieke verkeer formeel werd hersteld.
Opvallend was dat Suriname koos voor een diaspora-Surinamer als ambassadeur in Nederland – een persoon die bereid was zijn Nederlandse nationaliteit op te geven om de post te bekleden. Daarmee werden lokale diplomaten en ervaren Surinaamse kandidaten gepasseerd, wat binnen Suriname tot discussie leidde.
Diplomatieke voorzichtigheid bij mogelijke machtswisseling
Mocht Suriname in de nabije toekomst een nieuwe regering krijgen, dan zullen de betrokken landen – waaronder Nederland – niet overhaast handelen. In diplomatieke traditie zal eerst worden afgewacht welke koers de nieuwe machthebbers willen varen. Pas na het voeren van bilaterale gesprekken en het observeren van beleidsontwikkelingen, zullen landen hun standpunt bepalen.
Vooralsnog blijft de diplomatieke wereld waakzaam maar terughoudend. Zolang niet duidelijk is welke richting de politieke verhoudingen in Suriname opgaan, zal geen enkel land een voorbarige positie innemen. De ervaring uit het verleden leert dat een zorgvuldige, geduldige benadering essentieel is om duurzame relaties op te bouwen – en te behouden.