Brunswijk gebruikt OW-machines op goudvelden, Nurmohamed vraagt teruggave

Minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken (OW) heeft publiekelijk bekendgemaakt dat vicepresident Ronnie Brunswijk twee graafmachines (poclains) van het ministerie in gebruik heeft op zijn persoonlijke goudconcessievelden. Volgens Nurmohamed gaat het om materieel dat van nut kan zijn voor dringende werkzaamheden in het hele land en dat daarom dringend moet worden teruggegeven aan de Staat.

De onthulling roept veel vragen op over transparantie en goed bestuur. Allereerst is het opmerkelijk dat de minister pas nu met deze informatie naar buiten treedt, terwijl het gebruik van staatsmaterieel voor privédoeleinden, ongeacht de gebruiker, onder zijn verantwoordelijkheid valt. Waarom zijn de machines in de eerste plaats afgestaan, en onder welke voorwaarden? Is dit op schrift gesteld, en zo ja, waarom is dit niet eerder bekendgemaakt?

Het incident werpt ook een schaduw op het functioneren van de vicepresident zelf. Als Brunswijk inderdaad staatsmaterieel gebruikt voor privéwinst, zonder duidelijke afspraken of compensatie aan de overheid, dan is dit een ernstige vorm van onbehoorlijk bestuur. Van een functionaris op zo’n hoog niveau mag verwacht worden dat hij de grens tussen publiek en privaat bezit respecteert.

Commentatoren vragen zich nu af of er huur wordt betaald voor het gebruik van de graafmachines, en zo ja, waar deze gelden naartoe gaan. Tot nu toe ontbreekt hier alle duidelijkheid over.

Zowel Nurmohamed als Brunswijk zullen rekenschap moeten afleggen. De ene voor het toestaan, de andere voor het gebruiken. Transparantie en integriteit zijn onmisbaar voor goed bestuur — ook, en misschien juist, aan de top.

error: Kopiëren mag niet!