De Nationale Partij Suriname (NPS) heeft besloten zich aan te sluiten bij de NDP in de onderhandelingen voor een nieuwe regeringscoalitie. Deze keuze valt op, gezien de bittere politieke geschiedenis tussen beide partijen. Nog opmerkelijker is dat de NPS afstand neemt van de VHP, met wie ze eerder een korte maar turbulente samenwerking kende, terwijl ze nu de hand reikt naar de partij die haar ooit politiek de zwaarste klappen toebracht.
Met slechts 31.125 stemmen heeft de NPS zwaar ingeleverd ten opzichte van eerdere verkiezingen. Ze is nu zelfs ingehaald door de ABOP, die met 31.726 stemmen een nieuwe machtspositie heeft verworven. “Dit is een historisch dieptepunt voor de NPS,” stelt politiek analist Armand . “Dat ze nu de NDP verkiezen boven de VHP zegt veel over de interne frustraties binnen de partijtop.”
Wat vooral vragen oproept, is het feit dat de NPS fel uithaalt naar de VHP vanwege het verleden, maar nauwelijks kritiek uit op de ABOP — ook een partij die deel uitmaakte van dezelfde regering. Sterker nog, de ABOP is nu mogelijk een van de zes partijen in de zogenoemde “Coalitie van 6”, waarin ook de NPS zitting wil nemen.
Volgens Doekhie speelt er meer op de achtergrond: “De NPS weet dat ze bijna geen tijd meer heeft. De partijleiding vergrijst snel en heeft onvoldoende nieuwe, jonge krachten aangetrokken. Voor veel van deze politieke veteranen is dit misschien de laatste kans op macht.”
Het lijkt er dan ook op dat de NPS koste wat kost een plek in de regering wil bemachtigen — zelfs als dat betekent samenwerken met partijen die ooit haar grootste tegenstanders waren. Een strategische keuze? Of een laatste strohalm van een partij die ooit tot de grootste van het land behoorde?