Rond verkiezingstijd is het normaal dat wegen bezaaid zijn met propagandamateriaal. Hiervoor hebben politieke partijen een vergunning nodig van de districtscommissaris.
Volgens districtscommissaris Shafiek Goelaman van ressort Wanica Zuid -Oost is voor wat betreft de laatst gehouden verkiezing van 25 mei politieke partijen voorgehouden, “dat het propagandamateriaal tot 30 mei mag blijven staan. Politieke partijen zijn na die datum zelf verantwoordelijk voor het opruimen van alle propagandamateriaal“.
Het is belangrijk dat alle politieke partijen zich houden aan deze afspraak, omdat dit om meerdere redenen problematisch kan zijn en kan worden gezien als ‘rommel’ of zelfs als milieuvervuiling als het niet wordt opgeruimd.
Veel propagandamateriaal bestaat uit plastic (bijvoorbeeld posters, banners), papier, of andere niet-afbreekbare materialen. Wanneer dit langs de weg wordt achtergelaten, draagt het bij aan zwerfvuil en kan het in waterwegen terechtkomen, wat schadelijk is voor ecosystemen.
Papier en karton lijken misschien onschuldig, maar als ze nat worden, desintegreren ze en kunnen ze verstoppingen veroorzaken in afvoersystemen.
Rondslingerend verkiezings- of campagnemateriaal ontsiert het straatbeeld. Het creëert een rommelige en onverzorgde indruk, wat de esthetiek van een gebied aantast. Dit kan invloed hebben op het welzijn van bewoners en de indruk die bezoekers krijgen.
Daarnaast kunnen de losse vellen papier of lichte banners opwaaien en het zicht van automobilisten belemmeren. Grotere objecten kunnen zelfs een obstakel vormen.Voor voetgangers kunnen gladde of gescheurde materialen een struikelgevaar opleveren.
Het opruimen van al dit afval komt dan uiteindelijk voor rekening van de gemeenschap, vaak via de overheid of lokale instanties. Dit betekent dat belastinggeld wordt gebruikt om rommel op te ruimen die door campagnevoerders is achtergelaten.
Hoewel de bedoeling is om kiezers te informeren en te overtuigen, kan het achterlaten van rommel juist een negatieve indruk achterlaten. Het straalt onverantwoordelijkheid en een gebrek aan respect voor het milieu en de openbare ruimte uit. Dit kan de geloofwaardigheid van de afzender schaden.

