Brazilië klaagt Chinese autofabrikant BYD aan vanwege ‘slavernijachtige’ omstandigheden

Braziliaanse aanklagers klagen de Chinese elektrische-voertuigengigant BYD en twee van zijn aannemers aan. Ze stellen dat ze verantwoordelijk zijn voor mensenhandel en omstandigheden die “vergelijkbaar zijn met slavernij” op een bouwplaats van een fabriek in het land.

Het Openbaar Ministerie van Arbeid (MPT) in de staat Bahia meldt dat 220 Chinese arbeiders zijn gered nadat het een onderzoek was gestart naar aanleiding van een anonieme klacht. Het MPT eist een schadevergoeding van 257 miljoen Braziliaanse real (45,5 miljoen dollar) van de drie bedrijven.

BYD heeft eerder gezegd dat het “nultolerantie heeft voor schendingen van mensenrechten en arbeidswetten”.

De autoriteiten legden de bouw van de fabriek eind vorig jaar stil nadat werknemers waren aangetroffen in krappe ruimtes met “minimale comfort- en hygiënische omstandigheden”, aldus het MPT. Sommige werknemers sliepen op bedden zonder matrassen en één toilet werd gedeeld door 31 mensen, aldus het MPT in een verklaring.

Het MPT beweerde ook dat de paspoorten van bouwplaatspersoneel waren ingenomen en dat ze werkten onder “arbeidsovereenkomsten met illegale clausules, uitputtende werkuren en geen wekelijkse rusttijd”.

Volgens de aanklagers werd tot 70% van het salaris van de werknemers ingehouden en werden ze geconfronteerd met hoge kosten om hun contracten te beëindigen. “Slavernijachtige omstandigheden”, zoals gedefinieerd in de Braziliaanse wet, omvatten schuldslavernij en werk dat de menselijke waardigheid schendt.

error: Kopiëren mag niet!