Met de ondertekening van de intentieverklaring lijkt de nieuwe coalitie op drijfzand bijna een feit, maar de basis is wankel.
De NDP, als grootste partij met 18 zetels, staat voor een grote uitdaging: het bewaken van de kleinere partijen, vooral de NPS en de PL, die mogelijk onzichtbaar worden omsingeld.
In de politieke techniek worden mensen vaak “op hun plek gezet” om te voorkomen dat ze van gedachten veranderen. Dit gebeurt door vertrouwde personen in te zetten die dichtbij hen staan. Elke beweging wordt nauwlettend gevolgd: met wie ze praten, waar ze naartoe gaan. Toch blijft de kans groot dat partijen alsnog van koers veranderen – iets wat Ronnie Brunswijk in 2010 bewees toen hij wegliep bij Nieuw Front Plus.
De NDP weet als grootste partij maar al te goed dat haar bondgenoten onvoorspelbaar zijn. Dat geldt ook voor A20, die onder haar vlag DOE meedraait. DOE werkte eerder met de NDP, maar werd onder leiding van Carl Breeveld overnight buitengesloten. Ook Pertjajah Luhur en ABOP (van Brunswijk) kregen geen genade: de NDP zette ze allemaal vroeg of laat aan de kant. Het is een club van onbetrouwbaren, met uitzondering van misschien de BEP en de NPS.
Commentaar:
Hoe houd je zo’n coalitie onder controle?
Een coalitie van partijen met een geschiedenis van verraad en wisselende loyaliteiten is een nachtmerrie voor elke leider. De NDP zal harde tactieken moeten inzetten:
Straffen en belonen: Wie meewerkt, krijgt invloed; wie tegenwerkt, wordt geïsoleerd.
Informatiebeheersing: Zorgen dat bondgenoten afhankelijk blijven van de NDP voor cruciale beslissingen.
Persoonlijke binding: Sleutelfiguren persoonlijk aan je verplichten via gunsten of dreigementen.
Divide et impera: Verdeel en heers – zorg dat kleinere partijen onderling wantrouwen koesteren.
Toch blijft de vraag: hoe lang houd je een coalitie vol die eigenlijk op drijfzand is gebouwd? De geschiedenis leert dat in de Surinaamse politiek vrienden van vandaag, morgen vijanden kunnen zijn.

