We waren eraan gewend geraakt dat in de regentijd alleen het binnenland te kampen had met wateroverlast. Elke regering heeft gezocht naar de oorzaak hiervan en naar een manier om dit probleem op te lossen, maar tot nu toe kijken we nog steeds tegen dezelfde situatie aan. Het lijkt alsof men zich er in heeft berust. Wat echter opvalt, is dat er nu ook grote delen van Paramaribo onder water lopen en dat dit probleem elk jaar erger wordt. Zodra er een flinke bui is gevallen lopen straten, erven en zelfs huizen onder water. Men zit er gewoon op te wachten, kijkt ernaar, klaagt maar doet niets.
Oorzaak Men zoekt de oorzaak van dit probleem steeds meer bij de opwarming van de aarde door de uitstoot van gassen uit auto’s en fabrieken. Men ziet op de televisie de gevolgen in de vorm van overstromingen, weggespoelde straten, auto’s en huizen. Gelukkig hebben deze landen de financiële middelen en het materieel voor een snel herstel. Als alles is opgeruimd, gaat voor velen het leven gewoon weer door. Er wordt schouderophalend geroepen: “de hele wereld heeft last van klimaatsveranderingen.’ In het buitenland wordt er wel continu gezocht naar een oplossing voor dit probleem en worden er serieuze maatregelen genomen om minder gassen uit te stoten.
Ook in Suriname wordt er geroepen dat de oorzaak van alle wateroverlast ligt aan de opwarming van de aarde, met het verschil dat men hier niets aan dit probleem doet. In ons land heerst de ‘ik mentaliteit en de berustende houding.’ Men ziet alleen de eigen behoeften. Er wordt niet gehouden van dit land, er wordt slechts gepakt voor eigen behoeften.
Het is een feit dat de opwarming van de aarde de wereld veel narigheid berokkent, dus Suriname ook. Er speelt echter meer mee in Suriname. Men weigert in te zien dat ons gedrag (onze mentaliteit) hierin een grote rol speelt. Men vindt het namelijk heel gewoon om allerlei afval op straat, in de bosjes, in de kreken en op de bermen te gooien. Mensen gaan er speciaal voor van huis om zo ver mogelijk van de eigen woonomgeving afval te dumpen. Dat een ander er last van heeft is prima, zolang jouw eigen erf en omgeving maar verschoond is van vuilnis.
Op vele schoolerven ligt er rotzooi, en tiert het onkruid welig, kortom het ziet er smerig uit. Een kind dat hier dagelijks mee wordt geconfronteerd, gaat een smerige omgeving niet alleen heel gewoon vinden, maar gooit ook onverschillig zijn eigen rommel erbij. Waar rommel ligt, kan er best nog wat bij. Het omgekeerde is ook het geval, men haalt het niet in zijn hoofd om afval te dumpen op plekken waar het schoon en netjes is.
Mentaliteit
Het volk kan maar niet begrijpen dat ze debet is aan al die wateroverlast. Het water kan niet weg door al die verstopte afvoerputten, goten en kreken. Het is onvoorstelbaar wat er niet allemaal aan afval ligt in goten en kreken. Men dumpt afval en roept daarna: “Lantie moet het komen opruimen.” Lantie komt, ruimt het op en morgen ligt het er weer. Het is dus een mentaliteitskwestie.
Wie op straat loopt, wordt dagelijks geconfronteerd met gaten in het asfalt, kapotte stoepen, onkruid her en der, verstopte rioolputten, neergegooid afval, smerige goten, dichtbegroeide kreken en naar urine stinkende muren, kortom een gore en smerige aanblik waar men depressief van wordt. Deze rotzooi wordt niet veroorzaakt door natuurrampen maar door mensen handelen.
Het volk van Suriname zorgt er voor dat het oordeel van iedere bezoeker aan dit land is, ‘een goor en smerig land. Iemand die uit een land komt waar het mooi en schoon is, schrikt zich kapot bij de aanblik van Suriname. Het zou een waar genot zijn als we om ons heen konden kijken en een mooi, schoon en gedisciplineerd land konden zien.
Bij de goudwinning in het binnenland is het ook de mentaliteit van het volk die ziekte en onveiligheid veroorzaakt: “Ik wil zoveel mogelijk goud hebben en wat het kwik met de mensen en hun woonomgeving doet, interesseert me niet.” Misschien zal er eindelijk een mentaliteitsverandering komen als er mismaakte baby’s worden geboren, als er geen kwikvrije vis meer in het water te vinden is of als er nergens meer kwikvrij drinkwater is. Misschien gaat men zich dan pas afvragen, wat de gevolgen zijn van hun hebzucht en egoïsme, als ze zien wat de kwikvervuiling heeft aangericht.
Het is duidelijk dat de Surinamer niet van zijn land houdt. Men zet zich niet in om het land een mooi en schoon aangezicht te geven. Het enige wat er gebeurt is dat men zich afvraagt wat kan ik uit dit land voor mezelf halen en graaien en niet wat kan ik zelf doen om mijn land schoon te houden en op te bouwen.
Er moet een mentaliteitsverandering komen en dat betekent dat elke Surinamer zich verantwoordelijk moet gaan voelen voor het welzijn van de andere Surinamers en dat omgekeerd alle Surinamers zich verantwoordelijk moeten voelen voor het welzijn van elk individu, dat we samen moeten strijden voor dezelfde doelen, dat er saamhorigheid is, loyaliteit en wederzijds respect. Kortom dat we leven volgens het motto, ‘eén voor allen, allen voor één. “
“Life’s most persistent and urgent question is not what your country can do for you, but what you can do for your country and for each other”
Josta Vaseur

