Onderdirecteur Volksgezondheid: “Het werk moet doorgaan, ongeacht wie regeert”

In een exclusief interview met Dagblad Suriname blikt drs. Ritesh Dhanpat, onderdirecteur van het ministerie van Volksgezondheid, terug op vijf jaar intensieve inspanningen om het Surinaamse zorgsysteem structureel te versterken. Voor het eerst treedt hij publiekelijk naar voren met een heldere samenvatting van de geboekte resultaten. Maar nog belangrijker: hij benadrukt de noodzaak van voortzetting, focus en doorzettingsvermogen.

“Als onderdirecteur stond ik zelden op de voorgrond”, begint Dhanpat. “Toch voel ik de verantwoordelijkheid om deze resultaten te delen. Niet om erkenning te vragen, maar om te laten zien wat mogelijk is wanneer visie, samenwerking en uitvoering samenkomen. Want één ding is zeker: het werk moet doorgaan – ongeacht wie regeert.”

Van crisis naar coördinatie

In 2020 nam Dhanpat de verantwoordelijkheid op zich als coördinator van het Health Systems Improvement Project (HSIP), gefinancierd door de Inter-American Development Bank (IDB). Wat begon als een project dat op het punt stond te worden stopgezet wegens stagnatie, kreeg via intensieve samenwerking met PAHO, IDB en lokale actoren een nieuwe impuls.

“We stonden voor grote uitdagingen, maar zagen dat we met een duidelijke koers, open communicatie en partnerschap vaart konden maken. We bouwden voort op bestaande fundamenten, met respect voor wat er al was, maar met oog op wat beter moest.”

Vier strategische pijlers

Het project richtte zich op vier pijlers:

1. De nieuwbouw van het ministerie van Volksgezondheid

2. Digitalisering van de eerstelijnszorg

3. Het geïntegreerde chronische zorgmodel

4. Versterking van het malariaprogramma

De officiële opening van het nieuwe ministeriegebouw op 14 april geldt als een belangrijke mijlpaal. “Dit gebouw is meer dan beton. Het symboliseert de koerswijziging: van uitvoerder naar regisseur van zorgbeleid.”

Van visie naar toepassing: HEARTS en digitale zorg

Suriname koos bewust voor het integreren van digitalisering met chronische zorg. “Te vaak worden deze domeinen los van elkaar ontwikkeld, maar wij zagen de kracht van verbinding.”

“Binnen het HEARTS-initiatief werden vanaf het begin de Regionale Gezondheidsdienst (RGD), de Medische Zending (MZ), de Vereniging van Medici in Suriname (VMS), de Anton de Kom Universiteit, het Medisch Wetenschappelijk Instituut (MWI), het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG), en andere zorgverleners actief betrokken. Deze brede samenwerking resulteerde in een lokaal aangepaste versie van de REDCap-monitoringtool, die naast dataverzameling ook klinische besluitvorming ondersteunt.”

“Daarnaast werd het digitale patiëntenportaal gelanceerd – een moderne variant van het papieren gezondheidsboekje, gekoppeld aan het elektronische patiëntendossier en klaar om in februari 2026 deel uit te maken van het nationale Health Information Exchange Platform (HIEP).”

Nationaal trainingsprogramma

Een cruciaal element binnen HEARTS is scholing. Inmiddels is tussen de 85 en 90 procent van het eerstelijnszorgveld opgeleid. “We hebben huisartsen, RGD-medewerkers en nu ook poli-personeel betrokken. Maar training alleen is niet genoeg – het gaat om toepassing. De cijfers tonen aan dat we nog consistenter moeten werken volgens het protocol. Alleen dan winnen we het van hart- en vaatziekten.”

Geen eindpunt, maar een fundament

Op de vraag wat nu volgt, is Dhanpat helder: “Er is veel bereikt, maar we zijn er nog lang niet. We hebben nu het fundament – moderne infrastructuur, betere data, sterkere samenwerking. Dit is het moment om door te bouwen. Wat we nodig hebben is stabiliteit in beleid, focus op uitvoering, en vooral: de juiste mindset. Want gezondheidszorg stopt niet bij een beleidsperiode. Het is een voortdurende inzet, en ik ben vastberaden om daaraan bij te blijven dragen – met iedereen die hetzelfde doel voor ogen heeft: een gezonder Suriname.”

error: Kopiëren mag niet!