Een ziekenhuis in de Amerikaanse staat Georgia houdt al meer dan drie maanden een hersendode vrouw in leven voor haar ongeboren kind. De 30-jarige Adriana Smith belandde in het ziekenhuis terwijl ze zwanger was. Vanwege de strenge anti-abortuswet in Georgia is het verboden om haar van de beademing te halen, omdat de foetus dan zou kunnen overlijden.
Georgia kent een abortuswet die het al na zes weken verbiedt om het leven van een ongeboren kind te beëindigen. Sinds het Amerikaanse Hooggerechtshof het recht op abortus in 2022 terugdraaide, mag iedere staat zelf beslissen over het abortusrecht. De zogenaamde ‘heartbeat law’ in Georgia is een van de strengste abortuswetten van Amerika. Zodra er na ongeveer zes weken een hartslag wordt waargenomen, is abortus verboden.
De 30-jarige Adriana Smith was negen weken zwanger toen zij hevige hoofdpijn kreeg. Na een bezoek aan het ziekenhuis werd zij met medicatie naar huis gestuurd. Dat vertelt haar moeder April Newkirk tegen Atlanta’s nieuwszender 11Alive.
Een dag later werd Smith echter opnieuw met spoed in het Emory University Hospital opgenomen toen haar vriend haar naar adem zag happen. Daar werd geconstateerd dat Smith bloedpropjes in haar hoofd had en werd zij hersendood verklaard.
Besloten werd om Smith tot de 32ste week van de zwangerschap in leven te houden om de foetus te laten groeien. De bedoeling is dat het kindje begin augustus met een keizersnede ter wereld komt. Daarmee kan de zwangerschap van Smith een van de langste worden waarbij de moeder al hersendood is.
De familie is boos omdat zij hier geen inspraak in hebben gehad.