De verschillende politieke partijen doen heel hard hun best om de welingelichte kiezer te bekoren tijdens deze laatste dagen voor de verkiezingen. Zo had de ABOP na een debat tussen toppers van de grotere partijen, een eigen activiteit die live werd uitgezonden op de staatstelevisie. De ABOP zegt dat het geen visieloze partij is. Ook zegt de partij over kader te beschikken. De ABOP zegt op weg te zijn een nationale partij te worden en dat ze niet discrimineert op basis van etniciteit etc. De partij heeft een groepsbasis en in de groep is er genoeg kader. De kunst is om dat beschikbare kader te charmeren om onderdeel te worden van de partij.
Tijdens het evenement werd aangehaald dat een aantal succesvolle parastatalen en staatsbedrijven door het ABOP-kader wordt gedraaid. Minder elegant was de opmerking dat de recente uitbreiding van de business naar Grassalco, een pure aangelegenheid en succes is van de ABOP.
Uit het relaas van een partijtopper blijkt dat de president niet zou hebben meegewerkt aan investeringen en uitbreidingen binnen en door Grassalco. De ABOP heeft voor het uitbreiden van Grassalco niet samengewerkt, maar ze heeft het alleen gedaan. De ABOP-topper was in zijn relaas op weg om ook aan te geven dat het kapitaal afkomstig was van de partij of van de partijvoorzitter, maar de leugen zou te grof zijn. Aan het einde is dan gezegd dat de partijvoorzitter een aantal ministers heeft ‘bedreigd’ om mee te werken, anders zouden ze geen minister meer zijn, en dan pas is de samenwerking gekomen en is de goedkeuring gekomen, naar wij hebben begrepen van de raad van ministers.
Zo zie je dus dat de ABOP moeite heeft om gezamenlijke successen te vieren.
Gezamenlijke successen zijn voor de ABOP geen successen. Verworvenheden van de partij zijn alleen die zaken die men alleen heeft gerealiseerd gekregen. Dat is geen goede karaktereigenschap om een regering mee te kunnen vormen.
Wat ook opvallend was bij het evenement was de duidelijke misinformatie en gebrek aan kennis en begrip die bestaat bij de ABOP en de toppers met betrekking tot de landrechten van de inheemse en tribale volken. Een topper gaf aan dat het grote probleem van kleine ondernemers en burgers in Suriname is dat ze geen ‘collateral’ (borg als zekerheidstelling zoals onroerend goed) kunnen aandragen om leningen te krijgen. Dat probleem zou volgens de ABOP-topper verholpen zijn als het grondenrechtenvraagstuk zou zijn opgelost, dus als de inheemse en tribale volken (dorpen/gemeenschappen) de beschikking zouden krijgen om collectieve bezitsrechten op de grond die ze bewonen en bewerken. Maar de topper weet niet dat collectieve grond niet als onderpand kan en mag dienen om leningen bij de bank te nemen. De inheemse en tribale gemeenschappen weten dus nog niet wat men met de grond die ze willen bewonen en bewerken willen doen.
Zo te horen, dan wil men geen collectief bezit maar individueel bezit: dat de grond verkaveld en verdeeld wordt onder de leden van de inheemse en tribale volken. Dan ontstaat een dispuut wie in aanmerking komt en wie niet en wat te doen met de verstedelijkte leden die een leven hebben opgebouwd in de stad? Dat wordt een hele djoegoe djoegoe en als je niet oppast ontstaat een hele burgeroorlog in het binnenland om grond. Want de leider die dat rechtvaardig en kredietwaardig zou kunnen leiden, zal blijken nog niet te zijn geboren.
Verder moet ook goed gekeken worden of het inderdaad zo is dat het onmogelijk is voor kleine ondernemers om zonder onderpand leningen te krijgen. Wij denken dat deze informatie niet meer klopt en dat er bij de Nationale Ontwikkelings Bank er wel manieren en programma’s zijn om leningen te krijgen voor micro- en kleine ondernemers die geen onderpand hebben.
Verder was opvallend dat een meneer zich aandiende die leiding heeft gegeven aan de landbouwontwikkeling in het binnenland, maar de man vergat om ook maar 1 project op te noemen dat goed is uitgewerkt en niet kon worden uitgevoerd. Er zijn nul succesverhalen naar buiten gekomen.
De ABOP heeft een vaste aanhang, een partij met potentie, maar de transformatie is nog in gang. Het is de partij wel gelukt om kader in te zetten, maar het is nog niet voldoende. Er ligt nog te veel onbenut kader buiten. Voor personen die uitgaan van moderne normen en fatsoenlijk omgaan met andersdenkenden, zal het een uitdaging zijn om te liëren aan deze partij.
De ABOP heeft wel een partijprogramma dat online te raadplegen is. De partij beweert zich in te zetten voor de juridische erkenning van traditionele grondrechten van inheemse en tribale gemeenschappen. Dit betekent dat hun grond en natuurlijke leefomgeving wettelijk worden beschermd tegen inbreuk en exploitatie door derden. De ABOP wil het vastleggen van duidelijke grenzen van traditionele gebieden in samenwerking met gemeenschappen en experts, zodat er geen verwarring of onenigheid is over de omvang van hun land. Inheemse en tribale gemeenschappen hebben het recht om hun land zelf te beheren volgens hun eigen traditionele wetten en regels, inclusief de toegang tot natuurlijke hulpbronnen in hun omgeving.
Inheemse en tribale gemeenschappen moeten voorafgaand en geïnformeerd instemmen (Free, Prior, and Informed Consent, of FPIC) met projecten die hun land en leefomgeving beïnvloeden. Dit voorkomt ongewenste exploitatie en respecteert hun rechten en autonomie.
De ABOP wil zich inzetten om inheemse en tribale vertegenwoordigers op te nemen in overheidscommissies en -organen die zich bezighouden met grondstoffenbeheer, milieu, en duurzame ontwikkeling. Een kleine greep aan doelstellingen, maar 5 jaar lang heeft de ABOP dit alles nagelaten om te doen. Waarom zou men dat nu wel aanpakken?