De kantonrechter behandelde 14 mei de strafzaak tegen J. Martinus (“Bordo”), C. Jongaman (“Keppie”), P. Phoeli (“Moena”), R. Phoeli (“Rampie”) en A. Gau-Gau.
De Officier van Justitie verzocht verwerping van de verweren, waaronder het ontbreken van een scheikundig rapport. De verdediging pleitte voor vrijspraak en opschorting van de hechtenis voor Jongaman. Gau-Gau’s advocaat kreeg uitstel voor dupliek.
Bordo wordt ervan verdacht in 2021 450 kilo cocaïne te hebben ingevoerd en voorbereidingen daarvoor te hebben getroffen. Zijn advocaat vroeg om vrijspraak wegens gebrek aan bewijs en stelde dat de vervolgingsambtenaar een fout had gemaakt door geen chemisch onderzoek te laten uitvoeren op de zakken waarin de drugs zouden hebben gezet.
Tegen Bordo is een gevangenisstraf van dertien jaar onvoorwaardelijk geëist en een boete van SRD 90.000 bij niet betalint te vervangen door acht maanden hechtenis.
De zaak is verdaagd naar 25 juni.
Joël ‘Bordo’ Martinus werd eind mei 2024 in de Braziliaanse stad São Paulo aangehouden. Hij was op 17 november 2022 op de lijst van Interpol geplaatst. ‘Bordo’ werd gezocht voor moord, medepleging van/medeplichtigheid aan moord, doodslag, medeplegen van/medeplichtigheid an doodslag, deelneming aan een criminele organisatie, bedreiging met een misdrijf, overtreding van de Wet Verdovende Middelen en overtreding van de Wet Money Laundering.
De Braziliaanse Justitiële autoriteiten besloten Martinus uit te leveren aan Frankrijk. Dat werd op 6 januari officieel meegedeeld aan het Surinaamse Openbaar Ministerie via diplomatieke kanalen.