Surinaamse partijen beloven hervormingen, transparantie en sociale rechtvaardigheid in aanloop naar verkiezingen
Tijdens het tweede dag van het VES Economisch Debat 2025 hebben vertegenwoordigers van zes politieke partijen hun plannen uiteengezet voor financieel-economisch beleid, goed bestuur en sociaal beleid. Het debat was georganiseerd door de Vereniging van Economisten in Suriname (VES).
Financiële stabiliteit en IMF
Een terugkerend thema was de aanpak van Suriname’s schuldenlast en de rol van het IMF (Internationaal Monetair Fonds). De VHP benadrukte dat het land nu in een betere uitgangspositie verkeert dan in 2020, maar sluit een nieuw IMF-programma niet uit.
De NDP wil onder voorwaarden samenwerken, terwijl DA91 pleit voor een currency board met IMF-steun.
ABOP en PL keuren verdere IMF-samenwerking af, met PL-leider Bronto Somohardjo die stelt: “Een recept herhalen dat het volk pijn doet, is geen optie.”
Bestuurlijke hervormingen en corruptiebestrijding
Alle partijen erkennen de noodzaak van een efficiëntere overheid, maar verschillen in de aanpak. De NDP wil decentralisatie en digitalisering, terwijl DA91 een anticorruptie-instituut en openbaarmaking van vermogens van gezagsdragers voorstelt. VLS hamert op “integer leiderschap en onafhankelijke instituten”, terwijl PL belooft “geen vriendjespolitiek meer”.
Opvallend was de kritiek van panellid Winston Ramautar Singh: “Geen enkele partij heeft economisch deskundigen meegenomen. Hoe willen jullie complexe plannen uitvoeren?”
Sociaal-economische plannen
Armoedebestrijding en werkgelegenheid stonden centraal in het derde thema. De VHP wil *”24-uurseconomie”* en belastinghervormingen, de NDP focust op beroepstrainingen, en DA91 pleit voor pensioenindexatie en ondersteuning van het MKB (Midden- en Kleinbedrijf). PL kondigde een herziening van het Monicarta-systeem aan, terwijl APP zich richt op “sociale vangnetten en productiviteitscentra”.
Reacties en slotwoord
VES-voorzitter Steven Debipersad benadrukte dat “de echte uitdaging na 25 mei begint” en riep op tot “economisch leiderschap en maatschappelijke samenwerking”. Het panel uitte scepsis over de haalbaarheid van de plannen, maar prees de openheid van het debat.

