Tijdens een massameeting in Saramacca heeft NDP-ondervoorzitter Ingrid Bouterse fel gereageerd op de poging van VHP-politicus Mahinder Jogi om partijgenoot Jayant Lalbiharie over te halen.
Ze noemde dit een tactiek die niets toevoegt aan politiek en vergeleek de VHP met China, waar “iedereen op elkaar lijkt”. Volgens haar is het daar alsof je “alleen maar Chinezen ziet”, wat haar draaierig maakt. Haar uitspraak: “Soms denk je dan: mijn God, ik wil weer naar Suriname hoor… fu go luku mi bromki dyari ”, kreeg levendig applaus van het publiek.
Commentaar politicoloog: Beeldvorming en machtsretoriek
Volgens politicoloog dr. Ravi Chandarathna toont Bouterse’ opmerking over China een bepaalde inborst en perceptie van diversiteit.
“Ze gebruikt China als metafoor voor uniformiteit en positioneert Suriname, met zijn multiculturele samenstelling, als ideaal. Maar tegelijk zit daarin een stereotypering van mensen op basis van uiterlijk en huidskleur.” Chandarathna wijst erop dat dergelijke retoriek gevaarlijk is omdat het culturele verschillen reduceert tot fysieke kenmerken. “Het kan onbewust racistisch worden ervaren, ook al is de bedoeling misschien humoristisch of polemisch.”
Oudheid China
China, een van de oudste beschavingen ter wereld, telde al eeuwen voor Christus keizers, filosofen en uitgebreide dynastieën. Zijn rijke cultuur, innovaties en spirituele tradities vormen nog steeds de kern van een wereldspeler met een complex verleden.
Sneer als politiek wapen
Bouterse’s opmerking over hoe mensen er in China “allemaal hetzelfde uit zien” roept vragen op over hoe huidskleur en etniciteit onbewust worden ingezet in politieke debatten. Dat China wordt aangegrepen alsof het een zonde is om er “hetzelfde” uit te zien, benadrukt een ideologie waarin diversiteit wordt gevierd — maar soms ten koste van respect voor ander-cultuurlijk verschil.
