De Kantonrechter heeft op 30 april uitspraak gedaan in het Kort Geding van de Vereniging Federatie van Para Plantages (FPP) tegen de Staat Suriname. De FPP verzette zich tegen de inwerkingtreding van artikelen 200a t/m 200i van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, omdat deze volgens hen het gemeenschappelijk grondbezit van nazaten van de Para-plantages zouden aantasten.
De FPP eiste een schorsing van deze artikelen, maar de Staat verdedigde zich door te stellen dat de wet onschendbaar is na goedkeuring door De Nationale Assemblee en bekrachtiging door de president.
De rechter verklaarde de FPP niet-ontvankelijk, omdat rechters geen wetten mogen toetsen die al zijn aangenomen – die bevoegdheid ligt bij het Constitutioneel Hof. De vordering werd daarom afgewezen.