De invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) markeert een belangrijke mijlpaal in de juridische geschiedenis van Suriname. Toch klinken er zorgelijke geluiden vanuit deskundige hoek over de gebrekkige informatievoorziening en de maatschappelijke impact van enkele van de meest ingrijpende wijzigingen, met name binnen het personen- en familierecht.
Zo is onder andere de wettelijke meerderjarigheidsleeftijd verlaagd van 21 naar 18 jaar. Deze aanpassing, hoewel in lijn met internationale standaarden, heeft aanzienlijke consequenties voor de juridische status van jongeren en hun verantwoordelijkheid in de samenleving.
Ook de juridische positie van gehuwde personen is herzien, waarbij traditionele bepalingen over gezag, zeggenschap en financiële verantwoordelijkheid opnieuw zijn vormgegeven.
Hoewel het streven naar modernisering en aansluiting bij actuele maatschappelijke ontwikkelingen wordt toegejuicht, maken juristen, sociaal werkers en andere deskundigen zich zorgen over het tempo en de gebrekkige communicatie rondom de wijzigingen.
Volgens meerdere deskundigen zijn de grieven en bezorgdheden herhaaldelijk onder de aandacht gebracht van de verantwoordelijke instanties. Desondanks bleek het nieuwe BW volgens die instanties noodzakelijk en onvermijdelijk om juridische achterstanden in te halen.
President Chandrikapersad Santokhi heeft, ondanks de kritiek, na overleg met betrokken partijen toch besloten het wetboek in te voeren. Toch blijft de roep om betere voorlichting luid.
In de komende maanden verwachten rechtsinstellingen en maatschappelijke organisaties dan ook een toename van juridische vragen en onduidelijkheden. Voor veel burgers zal de confrontatie met het nieuwe recht pas komen op het moment dat ze ermee te maken krijgen – bijvoorbeeld bij het afsluiten van een huwelijk, het verkrijgen van gezag of het bereiken van de leeftijd van 18.

