Touroperator Ronny Bhoelai heeft recentelijk contact gemaakt met de redactie van Dagblad Suriname om zijn bezorgdheid te uiten over de staat waarin de logeerfaciliteiten op Fungu Eiland verkeert.
“Het instortingsgevaar van de logeerfaciliteiten op Fungu Eiland is het gevolg van achterstallig onderhoud, ondanks dat de bouwtechnische staat van de gebouwen aanvankelijk goed was. Jarenlang uitblijven van onderhoud heeft geleid tot het instorten van pilaren en grote gaten in de daken. Waar een grasmat zou moeten zijn, vind je nu metershoge begroeiing. Ook is alle personeel weggetrokken, hierdoor is er geen beheerder en is het gehele natuurreservaat onbewaakt”, aldus Bhoelai.
“De opeenvolgende directeuren van beheerder Stinasu (Stichting Natuurbehoud Suriname) hebben verzuimd de noodzakelijke maatregelen te nemen, ondanks directe waarschuwingen en tekenen van structurele problemen.”
Deze situatie heeft significante gevolgen voor het toerisme op het eiland. Toeristen blijven weg uit angst voor instorting en dit betekent het verlies van een mooi stuk natuur. Voor mensen uit Witagron, zoals bootsmannen en lokale gidsen, betekent het verlies van werk en inkomen.
Het toerisme op Fungu Eiland ligt tijdelijk stil: touroperators bieden momenteel geen tours meer aan, en de hervatting van toeristische activiteiten zal pas plaatsvinden zodra de accommodatie hersteld is.
Ook zorgen Nederlandse natuurvereniging
Onlangs liet een Nederlandse natuurvereniging Theo Belterman te Amsterdam – waarvan een delegatie Fungu Eiland en Brownsberg Natuurpark bezocht – de redactie van Dagblad Suriname weten, dat zij ook op Fungu Eiland geconfronteerd werd met de slechte staat van onderhoud van een logeerfaciliteit.
De vereniging heeft hierover in maart in een brief aan Stinasu laten weten dat haar deelnemers aan de reis “op onaangename wijze” werden getroffen door “de erbarmelijke staat van onderhoud van de accommodaties op de onder uw beheer vallende reservaten zoals Fungu Eiland en de Brownsberg”. Een gebouw met sanitaire voorzieningen was, zo schrijft de vereniging, “bereikbaar via een houten plankier, waar echter op verschillende plekken de planken en balken volkomen verrot zijn. Verschillende mensen zijn erdoor gezakt en hebben dit op wonderbaarlijke wijze en tot onze opluchting zonder botbreuken overleefd.”
Het was bij het ter perse gaan van Dagblad Suriname niet bekend of de Nederlandse vereniging een reactie van Stinasu heeft ontvangen.