Toen Flapjack de macht greep, zweefde hij letterlijk boven de menigte â in een gouden helikopter betaald door onduidelijke fondsen. Zijn ministers kregen diamanten stoelen, een salaris dat zelfs een oliesjeik zou doen blozen, en een ereplekje op elke foto. âWij zijn de koningen van Suriname!â. riep Flapjack, terwijl hij zijn derde privĂ©-jacht ânederigâ doopte: De Gewone Man .
Maar toen de verkiezingen kwamen, stond het volk plots op de stoep⊠van de bushalte. Ex-minister Struisvogel, ooit gefotografeerd in een zijden gewaad van belastinggeld, wachtte nu op lijn 11.
âDit is onderzoek!â, riep hij tegen een tiener die hem uitlachte. Zijn collegaâs eindigden nog beroerder: één vond zijn standbeeld omgegooid, een ander werd letterlijk door een straathond gemarkeerd als territorium.
âWaar is mijn volk?â, jammerde Flapjack, weggedoken in een hoek van de markt. âZe waren dol op mijn beloftes!â Een vrouw antwoordde droogjes: âJa, net zoals op een pak koekjes: leeg, en dan weggegooid.â
Tegenwoordig speelt Flapjack domino in een steegje. Zijn naam? Vergeten. Zijn gouden wc-bril? Op eBay. En de bevolking? Die lacht nog altijd â vooral als er weer een oud-politicus bij de bus in de rij staat.
Les geleerd: wie hoog vliegt, kan diep vallen⊠maar wie belastinggeld verspilt, valt meestal nog een keer extra.