De Amerikaanse regering, onder leiding van Donald Trump, heeft een omstreden wapenverkoop aan Israël goedgekeurd ter waarde van bijna drie miljard dollar. De deal omvat 35.500 zware bommen, zoals MK 84 en BLU-117, en vierduizend Predator-kernkoppen, evenals Caterpillar-bulldozers voor militaire operaties. Deze wapens zijn eerder gebruikt in Gaza, waar ze door mensenrechtenorganisaties als instrumenten van genocide werden bestempeld. Minister Marco Rubio rechtvaardigde de verkoop met “nationale veiligheidsbelangen” en een “noodsituatie,” waardoor routinecontroles werden omzeild.
De bommen van tweeduizend pond hebben een vernietigend vermogen en veroorzaakten al talloze burgerslachtoffers in dichtbevolkte gebieden. Bulldozers zoals de D9R en D9T werden ingezet voor de sloop van Palestijnse huizen. Terwijl de VS haar strategische belangen beschermen, roept deze beslissing internationale verontwaardiging op. Mensenrechtenorganisaties eisen een einde aan wapenleveranties die conflicten en schendingen aanwakkeren. De levering, gepland vanaf 2028, dreigt het geweld in de regio te escaleren, terwijl de wereld met bezorgdheid toekijkt naar de humanitaire impact op Gaza en andere bezette gebieden.