Angela zat op haar veranda, genietend van een kopje koffie en de chaos die zich voor haar ogen afspeelde. Robert Ameerali, voormalig vicepresident en nu zelfverklaard “mierenfluisteraar,” probeerde met veel misbaar kleine politieke insecten te organiseren tot een stoere olifant.
“Zie je dat?”, vroeg Angela aan haar buurvrouw, wijzend naar de drukte. “Hij denkt dat hij met wat stemmen van 2020—922 hier, 820 daar—een gigantisch beest kan vormen. Maar het blijven gewoon mieren met een identiteitscrisis.”
De ironie was niet aan Angela verloren gegaan. Deze man had ooit naast Desi Bouterse gezeten, als lid van diens bewind in 2010-2015. Toen werd hij gedwongen om bij ABOP (de partij van Ronnie Brunswijk) te gaan spelen alsof het een straf was om in de schaduw van grotere ego’s te staan.
En nu? Nu wilde hij kennelijk de leider zijn van een nieuwe soort dierentuin: één vol piepkleine mieren die droomden van olifantenstatus.
Maar hoeveel wiskunde je ook gebruikte, zelfs met een optimistische 100% groei bleef het resultaat hardnekkig nul. Geen zetels, geen invloed, alleen maar hoop gebaseerd op ijle lucht. Angela grinnikte. “Misschien doen ze het voor de lol”, mompelde ze. “Of misschien hopen ze dat iemand anders die €500.000 waarborgsom betaalt… die ze nooit meer terugzien.”
Terwijl ze haar laatste slok koffie nam, schudde Angela haar hoofd. Politiek kon soms echt hilarisch zijn. Wie weet? Misschien zou een van die mieren toch nog een dansje maken dat de mensen overtuigde. Tot die tijd bleef het gewoon komisch theater.
