Minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu sprak dinsdag in het programma Tak’ Kon Mit’ Mi over de uitdagingen rondom de verkoop van carbon credits door Suriname.
Volgens onderzoek veroorzaakt 20 procent van de landen ter wereld maar liefst 80 procent van de wereldwijde COâ‚‚-uitstoot. “De klimaatverandering is grotendeels door hen veroorzaakt, maar het zijn wij die de gevolgen voelen”, zei minister Dasai. Hij wees erop dat de wereld tegen 2050 een balans moet bereiken tussen COâ‚‚-uitstoot en -absorptie om de temperatuurstijging onder 1,5 graden Celsius te houden.
Tijdens de laatste VN-klimaattop (COP) werden er eindelijk concrete afspraken gemaakt na jaren van onderhandelen. Suriname onderhandelde namens CARICOM mee over Artikel 6 van het Parijs Akkoord, dat regelt hoe landen en derde partijen samen carbon credits kunnen ontwikkelen en verhandelen. “Dat is nu gefinaliseerd”, aldus de minister. “Wat nu nog moet gebeuren, is dat de rijke landen deze credits daadwerkelijk gaan kopen.”
Toch blijft dat uit, omdat de markten van Europa en Amerika nog gesloten zijn voor carbon credits van landen als Suriname. “We hebben bedrijven die geĂŻnteresseerd zijn, maar het beleid van de rijke landen moet veranderen”, zei hij. De minister benadrukte ook dat het een politiek proces is. “Tijdens de onderhandelingen zien we dat ze zichzelf willen beschermen.”
Er is een afspraak gemaakt om de 1,5 graden-doelstelling te halen, en daarvoor is jaarlijks $1,3 trillion nodig voor mitigatie en adaptatie. Elk land moet een plan hebben om te mitigeren, en ervoor zorgen dat hun groen in tact wordt gehouden. Alle uitkomsten uit mitigatiemaatregelen waaruit blijkt dat het bos is beschermd, kunnen carbon credits opleveren.
Ondertussen heeft Suriname wel al vooruitgang geboekt. In 2025 bestaat de mogelijkheid om 80 miljoen Amerikaanse dollar te ontvangen in samenwerking met de Green Climate Fund dankzij 10 miljoen carbon credits die wij hebben opgebouwd door duurzame maatregelen in de bosbouwsector.
SD