Praktische economische politiek – Deel 4

Arbeidsintensief of kapitaalintensief

Er zullen constant bij de beoordeling van projecten afwegingen gemaakt moeten worden. Een van de meest markante en kritische afwegingen is die tussen arbeidsintensieve projecten en projecten met investeringen in machines die arbeid vervangen. In bepaalde regio’s is er een groot tekort aan productieve werkgelegenheid. In die regio’s zijn investeringen welkom die werkgelegenheid bieden op het kundigheid en kennisniveau van de werkzoekenden. Het betreffen in dit geval vooral projecten in de agrarische sector. Financiering van een project die dure machines gaat aanschaffen welke arbeid gaat vervangen dient met zorgvuldigheid overwogen te worden.

Investeringen vooral in de districten Coronie, Para, Marowijne en Brokopondo moeten arbeidsintensief zijn, omdat het aldaar betreft werkzoekenden met een laag kundigheid niveau. Investeringen zullen zich moeten richten op overdracht van technologie, kennis van organisatie planning en management op het allerlaagste niveau. De mensen aldaar zijn van nature roofbouwers. Ze zullen een fundamentele cultuurverandering moeten ondergaan.

Zuidoost Azië bloeit dankzij de oliepalm sector. Colombia en Brazilië investeren daarom dan ook zwaar in de oliepalmsector.

Het Indiase oliepalmbedrijf FFF had ook plannen om te investeren in  45000 ha oliepalm in Suriname. Echter dankzij corruptie en incompetentie van de VHP is de vestiging van een Indiaas oliepalm bedrijf niet doorgegaan. De hindoestanen die op de VHP stemmen moeten weten dat de VHP een anti India  beleid voert. FFF zou meer dan 200 miljoen USD investeren in 45000 ha oliepalm. Een bedrijf dat zoveel wil investeren in de landbouw heeft geen geld voor tjoekoe. 

De spijsolievoorziening van Suriname zou met dit project veilig gesteld zijn. De investering zou directe werkgelegenheid bieden aan 4000 man en indirect eveneens aan 4000 man. De export van palmolie zou de betalingsbalans duurzaam ondersteunen. De koolstofopslag, de biomassaproductie en de zuurstofproductie van een oliepalm plantage zijn hoger dan die van een bos.

Van de top-4 plantaardige oliën ter wereld heeft de oliepalm de hoogste productiviteit met 4,3 ton per hectare per jaar.

Institutionele herstructurering

Suriname heeft haar bestaan te danken aan de middelen van bestaan in haar koloniale verleden. En dat is voornamelijk de landbouw geweest. Suriname telde meer dan 10.000 plantages verspreid over het hele land. Wanneer straks de olie voor de kust op is dan zal Suriname definitief rechtstreeks afglijden naar de status van Haïti en Timboektoe. Men vergeet dat de mijnbouw inclusief de aardoliesector een niet duurzame sector is. Als de olie op is dan wel als de aardolieprijzen gaan dalen vanwege een overproductie aan aardolie in combinatie met een toename van schone energie dan zal Suriname merken dat haar wisselkoers als een pijl omhoog gaat schieten. Bovendien zal de stijgende wisselkoers de koopkracht niet alleen sterk negatief beïnvloeden, maar de koopkracht zal ook sterk negatief beïnvloed worden omdat Suriname 90% van haar voedsel importeert. Versterking van de koopkracht is alleen mogelijk door een toename van lokale productie met name in manufacturing en in de groene sector dat wil zeggen de biosector.

Waar overal in de wereld de landbouwsector een eigen bank heeft is de landbouwbank in Suriname opgedoekt door een regering die geen enkel benul van de complexiteit van landbouw hebben. Een kleine tour op de website van de Landbouwuniversiteit in Wageningen zal menigeen duidelijk maken dat de biosector divers en complex is. Derhalve is een heroprichting van de landbouwbank essentieel voor stimulering van de landbouwsector.

De Nationale Ontwikkelingsbank ontbeert expertise op niveau op het gebied van industriefinanciering maar meer nog op het gebied van ontwikkeling financiering in de biosector. Managers hebben een diploma maar missen de expertise van jarenlange ervaring in de opbouw en management van de biosector.

Richard B Kalloe

error: Kopiëren mag niet!