Prins Aga Khan, de 49e erfelijke imam van de Shia Imami Ismaili-moslims, is op 88-jarige leeftijd overleden. Hij werd door zijn volgelingen beschouwd als een directe afstammeling van de profeet Mohammed. De Aga Khan Foundation en de Ismaili-religieuze gemeenschap maakten zijn overlijden bekend op hun websites. Hij stierf dinsdag in Portugal, omringd door zijn familie. Er wordt later een aankondiging verwacht over zijn opvolger. Hij laat drie zonen en een dochter achter.
Prins Karim Al-Hussaini, bekend als Aga Khan IV, werd op 20-jarige leeftijd spiritueel leider van miljoenen Ismaili-moslims terwijl hij studeerde aan Harvard. Zijn grootvader koos hem als opvolger boven zijn vader, omdat hij geloofde dat de gemeenschap een jongeman nodig had die was opgevoed in het nieuwe tijdperk.
De Aga Khan was niet alleen een spiritueel leider, maar ook een succesvol zakenman en filantroop. Hij gebruikte zijn fortuin om huizen, ziekenhuizen en scholen te financieren in ontwikkelingslanden. Zijn Aga Khan Development Network richtte zich op het verbeteren van gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en economische ontwikkeling, vooral in plattelandsgebieden.
Hij werd in 1957 officieel erkend als Aga Khan IV en ontving de titel “Zijn Hoogheid” van koningin Elizabeth. Als fervent voorstander van islamitische cultuur en waarden werd hij gezien als een bruggenbouwer tussen moslimgemeenschappen en het Westen.
De Aga Khan had ook een passie voor architectuur en design. Hij richtte een prestigieuze architectuurprijs op en ondersteunde programma’s voor islamitische architectuur aan gerenommeerde universiteiten zoals MIT en Harvard. Daarnaast zette hij zich in voor het behoud van historische islamitische structuren wereldwijd.
Over zijn geboorte bestaan verschillende verhalen, maar volgens “Who’s Who in France” werd hij op 13 december 1936 geboren in Creux-de-Genthod, Zwitserland. Zijn financiële imperium is moeilijk te kwantificeren, maar sommige schattingen suggereren dat zijn persoonlijke vermogen in de miljarden liep.
De Ismaili-gemeenschap, verspreid over India, Oost-Afrika, Centraal- en Zuid-Azië en het Midden-Oosten, beschouwt het als een plicht om een deel van hun inkomen aan de Aga Khan te geven als rentmeester. Hij benadrukte dat rijkdom een morele verantwoordelijkheid met zich meebrengt jegens de maatschappij.
Zijn nalatenschap omvat niet alleen zijn spirituele leiderschap, maar ook zijn bijdragen aan onderwijs, gezondheidszorg en cultureel behoud wereldwijd.
