Alexander, een goed opgevoede en gerespecteerde burger, is een baken van rust en stabiliteit in zijn buurt. De mensen kijken naar hem op als een voorbeeld van kalmte en redelijkheid. Maar zelfs Alexander kan niet anders dan zich verbazen over de groeiende onrust om hem heen.
Mensen die eigenlijk een voorbeeld zouden moeten zijn, lijken hun woede niet meer te kunnen beheersen. “Hoe komt het toch”, vraagt Alexander zich hardop af, “dat zij die gekozen zijn om te leiden, dit zo vaak vergeten?”
Een duidelijk voorbeeld kwam onlangs naar voren tijdens een gemeentelijke vergadering. Een lokale leider, die doorgaans een toonbeeld van redelijkheid en diplomatie was, barstte uit in een ongecontroleerde woedeaanval. In plaats van zich te richten op oplossingen, werden woede en beschuldigingen rondgestrooid. Alexander keek verbijsterd toe en dacht: “Als zelfs zij die het land moeten besturen in deze val van woede en onbeheerste emoties vallen, wat moeten de burgers dan denken?”
Alexander merkt op dat veel gewone burgers deze uitbarstingen als normaal beginnen te beschouwen. Voor sommigen zijn deze woedende tirades niets meer dan een nieuwe vorm van entertainment, een “gekke man show” die een kortdurende afleiding biedt.
Maar Alexander weet dat het meer is dan dat: het is een teken van beschaving die vervaagt. En wanneer beschaving wegvalt, houdt een gemeenschap op te bestaan.
“Hoe komt het dat burgers in deze valstrikken trappen?” vraagt Alexander zich af. Het antwoord ligt wellicht in wanhoop en verwarring. Wanneer leiders het slechte voorbeeld geven en chaos normaliseren, verliezen mensen hun houvast. Het is makkelijker om met de stroom mee te gaan dan een vuist te maken tegen de zee van wanorde.
Voor Alexander is het duidelijk dat de oplossing ligt in bewustwording en onderwijs. Burgers moeten leren onderscheid te maken tussen oprechte leiding en destructieve afleiding. Alleen dan kan de gemeenschap beginnen te helen en zich onttrekken aan de neerwaartse spiraal van ongecontroleerde woede en chaos.
