Onder ambtenaren heerst een groeiende onvrede, vooral zichtbaar in de reacties op de hoge belastingaftrekken die hun nettosalaris aanzienlijk verminderen. Met de incorporatie van de koopkracht in januari, samen met de laatste aangekondigde salarisverhoging van 5%, is de verwachting dat de financiële situatie van de ambtenaren zal verbeteren. Echter, de werkelijkheid blijkt weerbarstig.
Een verslaggeefster van Dagblad Suriname heeft uit nieuwsgierigheid verschillende interviews afgenomen bij medewerkers van verschillende ministeries. Radha G. uit haar frustratie: “De overheid heeft in samenspraak met de vakbonden een akkoord bereikt, wat mooi klinkt. Maar in de praktijk zie ik het anders gebeuren. Er worden hoge bedragen ingehouden voor pensioen, AOV en SZF. Waar ik op hoopte was een vooruitgang, maar ik merk dat ik juist achteruitga in salaris.”
Carlo F. deelt deze onvrede en voegt toe: “Dan was ik liever gebleven bij de particulier. Werken bij de overheid stelt momenteel niets voor, met een karig salaris. Ik heb een gezin en vraag me af hoe ik het verder kan doen.”
Zijn woorden weerspiegelen de zorgen van velen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden.
Andie P. heeft een andere kijk op de situatie. Zij zegt: “Ik zie het anders. Ik merk dat ik vooruit ben gegaan, ook al is het niet veel. Als ik mijn salarissen vergelijk, zie ik dat ik wel iets meer overhoud, ondanks die belastinggrens.”
De meningen onder ambtenaren zijn verdeeld en laten zien dat de perceptie van financiële vooruitgang sterk varieert. Terwijl de ene groep zich zorgen maakt over de hoge aftrekken, voelt de andere groep zich juist beter in hun positie. Dit toont aan dat de communicatie over salarissen, belastingen en de werkelijke impact op de koopkracht cruciaal is voor het welzijn van de ambtenaren.
CS