In 2014 werd de Wet Nationale Basiszorgverzekering aangenomen die duidelijk stelt dat elke inwoner van Suriname verplicht is minimaal een basiszorgverzekering te hebben en de premie daarvoor te betalen. Bij wet zijn kinderen van 0 tot 16 jaar en 60-plussers vrijgesteld van premiebetaling. Deze BAZO-verzekeringen worden door de overheid gesubsidieerd. Ook burgers tussen de 17 en 59 jaar kunnen na een aanvraag en screening in aanmerking komen voor een door de overheid gesubsidieerde verzekering (BZV).
Volgens minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid zijn er echter nog steeds ruim 150.000 Surinamers zonder verzekering. Hij benadrukte dat als mensen in staat zijn om hun verzekering zelf te betalen, ze dat ook moeten doen. “Het is een verkeerde opvatting dat de overheid voor iedereen de zorg moet betalen”, zei de minister deze week in het praatprogramma Tak’kon mit’mi. Hij merkte op dat mensen vaak wel prioriteiten stellen als het gaat om luxe, eten, drinken, kleding en persoonlijke plezier, maar het belang van zorg soms vergeten.
“Uw gezondheid is uw grootste bezit”, voegde de minister eraan toe. Hij benadrukte dat investeren in gezondheid altijd voordelig is, omdat het niet alleen de kwaliteit, maar ook de kwantiteit van het leven verbetert.
De Wet op de Basiszorgverzekering heeft goede intenties, maar volgens de minister zijn er hiaten. Hij gaf aan dat de wet tijdens deze regeerperiode zal worden aangeboden voor aanpassingen, zodat groepen die in staat zijn om zelf te betalen, niet langer afhankelijk zijn van overheidssteun.
Het is volgens de minister frustrerend om te zien dat mensen met luxueuze voertuigen, zoals een Lexus, Harrier of Prado, naar de arts komen met een door de overheid gesubsidieerde verzekeringskaart. Hij vergelijkt Suriname met landen zoals de Verenigde Staten, waar burgers geen hulp krijgen zonder een verzekeringskaart. “Wij helpen iedereen”, aldus de minister over de ziekenzorg in Suriname.
SD
