Volgens de nieuwe kiesregeling moeten politieke partijen in Suriname een bedrag betalen, berekend als 1% van het aantal kiesgerechtigden, vermenigvuldigd met SRD 158. Dit komt neer op SRD 633,580 voor de 401,000 kiesgerechtigden.
Deze berekening is gebaseerd op de inflatiecijfers van 2023, gesteld op 51.60% door het Algemeen Bureau voor de Statistiek. Ricardo, een politicoloog, biedt zijn visie op deze regeling.
Ricardo ziet de financiële drempel als een potentieel obstakel voor democratische deelname. Hoewel de intentie is om het politieke speelveld op te schonen door te waarborgen dat alleen serieuze en georganiseerde partijen deelnemen, leidt de hoge financiële eis er mogelijk toe dat nieuwkomers met beperkte middelen worden buitengesloten. Dit kan de diversiteit aan politieke ideeën en keuzes die aan de kiezer worden gepresenteerd, beperken.
Een mogelijke oplossing, volgens Ricardo, is dat de staat financiële middelen verstrekt aan partijen die aan de voorwaarden voldoen. Dit zou ervoor zorgen dat ze hun marketingdoeleinden kunnen realiseren zonder disproportionele hinder door financiële beperkingen.
Dit systeem zou ook kunnen helpen bij transparantie, omdat het partijen dwingt hun financiën openbaar te maken en correct te beheren.
Voor de democratie zou deze aanpak meerdere voordelen hebben. Ten eerste zou het bijdragen aan eerlijke verkiezingen, waar alle partijen een vergelijkbare kans hebben om hun boodschap over te brengen aan de kiezers. Ten tweede kan het kiezers meer opties bieden, wat leidt tot een meer representatief bestuur. Tot slot zou het de integriteit van het verkiezingsproces verhogen, door te voorkomen dat enige partij oneerlijk voordeel behaalt door financiële overmacht.
Kortom, Ricardo bepleit voor overheidssteun aan politiek partijen om de democratische waarden te versterken en een eerlijke politieke strijd te waarborgen.