De fata morgana van dr.ir. F. Essed

Een kritische analyse van het West Suriname bauxiet project Deel 2 slot

Inleiding

Het West Suriname “project” was het grootste project uit de Nederlandse hulp allocatie (NHAS) van meer dan 3.7 miljard Nederlandse guldens. Ik schrijf project, maar het was in wezen geen project, omdat het niet voldeed aan de vereisten om een project genoemd te kunnen worden. Er was geen projectdossier, er waren losse onsamenhangende ideeën zonder een gedegen grondslag. Het Surinaamse kader heeft een vervelende eigenschap, men kan alleen praten, schrijven, analyseren is er niet bij. 

Een project moet bijvoorbeeld getoetst worden op relevantie – in hoeverre doet het geplande project het juiste? Coherentie, effectiviteit en efficiëntie, impact en duurzaamheid zijn de aanvullende beoordelingscriteria.

Ons kader is uitgestudeerd

Wie na het beëindigen van de studie van plan was om te werken aan projecten, die had zich moeten bekwamen in het maken van haalbaarheidsstudies op het hoogste niveau.

Er zijn daartoe immers diverse publicaties geweest, met name van de OECD, de Wereldbank, de Aziatische ontwikkelingsbank ADB, de Europese investeringsbank EIB, et cetera.

De meest gebruikte methode voor sociale kosten-batenanalyse is die van Little Mirrlees en Lyn Squire en Herman van der Tak, door mij afgekort als de LMST methode. Alle grote ontwikkelingsbanken gebruiken het, de ADB, IADB, EIB en de Wereldbank natuurlijk etc.

Het maken van een sociale kosten-batenanalyse is  de weg naar efficiënt en effectief gebruik van hulpbronnen.

Suriname wordt uit het hoofd bestuurd

Geen enkel project uit de Nederlandse verdragsmiddelen is getoetst middels een sociale kosten-batenanalyse alleen het oliepalmproject Patamacca heeft drie keer een sociale kosten-batenanalyse uitgevoerd, met elk jaar een update. Privatisering wordt bij ons uit het hoofd uitgevoerd, er wordt geen beleidskader gemaakt. Evenzo geldt het voor het West Suriname Project waarin reeds ca 356 miljoen DFL was geïnvesteerd. Het is geen wonder dat alles mislukt. 

Waarom werd het West Suriname project niet uitgevoerd?

De Surinaamse regering had besloten in 1980 om niet door te gaan met het West Suriname Bakhuis project. Het betrof een kapitaalintensief project.

Echter toen de bauxietvoorraden in de kustvlakte op raakten keken de Suralco en Billiton naar West Suriname. Er werd prospectie en exploratie uitgevoerd. In augustus 2006 brachten de Billiton maatschappij en Suralco een rapport uit aan de regering van Suriname getiteld “The Next Generation Mines Concept study”. De MoU tussen Billiton en Suralco riep op tot een tussentijdse technische en economische haalbaarheidsstudie voor de bouw van een raffinaderij in het Westen, die tussen de 1,0 miljoen en 1,4 miljoen ton per jaar zou produceren. Een rapport dat op 12 december 2005 bij de regering werd ingediend, behandelde drie verschillende opties, variërend van $ 1,4 miljard tot $ 1,7 miljard. 

Uiteindelijk werd gekozen voor het mijnen van bauxiet in West Suriname, het transporteren ervan per boot overzee naar Paranam, en het verwerken van de bauxiet te Paranam tot aluinaarde. Daartoe zou er een pre feasibility studie gemaakt worden. Verder is men niet gekomen. Kort daarna beëindigde de Billiton haar activiteiten in Suriname. Enkele jaren later na 2010 sloot ook de Suralco haar deuren. Wat er precies is gebeurd is onduidelijk. De toenmalige regering blonk niet bepaald uit in transparantie. 

Richard B Kalloe

error: Kopiëren mag niet!