Het onzichtbare vlootavontuur van Suriname

In wat inmiddels de langstlopende soap van Suriname lijkt te zijn, horen we weer de klaagzangen over onze mysterieuze en ongrijpbare visstroperij. Onze vissige vrienden blijven verdwijnen, niet alleen dicht bij de kust, maar ook verder op onze uitgestrekte Surinaamse zee, die zo’n 200 mijl aan verwaarloosd potentieel beslaat.

Maar hoe kan het ook anders? Onze zee patrouilleren met kustboten klinkt als een leuk idee, tot je ontdekt dat aan de horizon geen zeewaardige boten te bekennen zijn. De trieste grap? Er is zelfs geen budget om de bestaande Kustwachtboten te onderhouden. Het lijkt alsof we een restaurant hebben zonder keuken, maar het menu blijft hetzelfde: vissen, verloren op zee.

De Kustwacht aan het ministerie van Binnenlandse Zaken toevertrouwen was een meesterzet van paradoxale besluitvorming. Binnenlandse Zaken, die er waarschijnlijk nog steeds over nadenkt of boten wel binnen hun ‘binnenlandse’ referentiekader vallen, heeft nooit geweten wat ze ermee moest doen. Maar hey, het was destijds een handige parkeerplek voor wat boten van een ondernemersplan met lening aspiraties. En dat terwijl zowel het leger als de politie hun eigen maritieme afdelingen hebben. Drie schippers op een zinkend schip, en niemand weet wie de kapitein is.

Ondertussen applaudisseren en lachen we allemaal ironisch mee, zonder uitzicht op een verandering. Misschien omdat we gehecht zijn geraakt aan dit onophoudelijke nautische toneelstuk? Het is een 

cinematografisch meesterwerk dat ons keer op keer weet te boeien.

Toch vragen we ons af: welke dappere ziel stapt er naar voren om deze eindeloze maritieme melodrama te stoppen? Tot die tijd zetten we ons schrap voor het vervolg. We groeten elke aflevering met dezelfde nieuwsgierigheid als de vorige, want in dit Surinaamse zeeverhaal is er altijd meer dan genoeg zee, maar nooit voldoende zicht op een oplossing.

error: Kopiëren mag niet!