Kort na middernacht op 13 augustus 1961 begonnen Oost-Duitse soldaten prikkeldraad en stenen aan te leggen als barrière tussen het door de Sovjet-Unie gecontroleerde Oost-Berlijn en het democratische westelijke deel van de stad.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het verslagen Duitsland verdeeld in Sovjet-, Amerikaanse, Britse en Franse bezettingszones.
De stad Berlijn, hoewel technisch gezien onderdeel van de Sovjetzone, werd ook gesplitst, waarbij de Sovjets het oostelijke deel van de stad innamen. In 1961 vertrokken elke dag zo’n duizend Oost-Duitsers – waaronder veel geschoolde arbeiders, professionals en intellectuelen.
De hoogte van de Muur werd in 1970 verhoogd tot 3 meter in een poging om ontsnappingspogingen, die in die tijd bijna dagelijks plaatsvonden, te stoppen. Van 1961 tot 1989 ontsnapten in totaal 5.000 Oost-Duitsers; nog veel meer probeerden en faalden.