(Opinie) De onlangs afgesloten EU-ECLAC-top (Europese Unie – Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied) in Brussel markeert een cruciaal hoofdstuk in het wereldwijde geopolitieke verhaal. Met een focus op het versterken van de banden tussen Europa en Latijns-Amerika, heeft de bijeenkomst beide regio’s dichter bij elkaar gebracht, waardoor wegen zijn gesmeed voor samenwerking en beleidsconvergentie. Het is echter niet zonder tekortkomingen geweest, waardoor pertinente vragen rijzen over de toekomst van de mondiale machtsdynamiek en, veelbetekenend, wat dit allemaal betekent voor de VS en de rest van de wereld.
De top onderstreepte de gezamenlijke inzet van de EU en de ECLAC-landen om belangrijke mondiale problemen aan te pakken, met name klimaatverandering, duurzame ontwikkeling en mensenrechten. Het toonde een verhoogde mate van betrokkenheid tussen Europa en Latijns-Amerika, wat wederzijdse economische voordelen en een meer evenwichtige mondiale machtsstructuur zou kunnen opleveren.
Positief was dat de top de toezegging van de EU luidde om initiatieven voor duurzame ontwikkeling in Latijns-Amerika te ondersteunen. De nadruk op ‘groene’ investeringen in sectoren als hernieuwbare energie en duurzame landbouw weerspiegelt een gezamenlijk commitment aan de Overeenkomst van Parijs. Het maakt de weg vrij voor Europa en Latijns-Amerika om zich te ontpoppen als krachtpatsers van schone energie en duurzame groei.
Evenzo wijst de discussie over mensenrechten, met name met betrekking tot inheemse gemeenschappen en gendergelijkheid, op een gedeelde toewijding aan sociale rechtvaardigheid. De overeenkomst om de samenwerking op deze gebieden te intensiveren is inderdaad lovenswaardig.
De top was echter niet zonder tekortkomingen. Een flagrante misser was het gebrek aan concrete maatregelen om de systemische corruptie aan te pakken die veel Latijns-Amerikaanse landen teistert. Hoewel de EU haar bezorgdheid uitsprak, waren er opvallend geen concrete plannen om te helpen bij de hervorming van het bestuur, wat een weerspiegeling was van een diplomatieke verlegenheid die de langetermijnbelangen van geen van beide partijen dient.