We kunnen het, samen

De regering Santokhi-Brunswijk trad in juli 2020 aan, eerder dan gepland, maar de vorige regering (NDP), heeft dit zelf gewild omdat ze niet in staat waren nog langer de salarissen van de overheidsambtenaren uit te betalen. Laat dit gezegd zijn. De regering Santokhi-Brunswijk had dus gelijk de eerste en niet de minste uitdaging, de salarissen van de overheidsambtenaren te garanderen en die horde is gelukkig met succes genomen. Echter gaf dit het gevoel, dat er meer aan de hand was met de staatshuishouding dan gedacht was. 

Hoe langer de nieuwe regering in het zadel zat, hoe meer problemen, dubieuze handelingen en bedenkelijke zaken naar boven kwamen. De staatshuishouding bleek inderdaad een ware chaos te zijn. De nationale en internationale schuld was enorm. Schuldeisers stonden letterlijk op de stoep, contributies werden niet betaald en de totale economie was in het slop geraakt.

Schuldeisers, waar we als land diep in het krijt zitten vanwege leningen met zeer nadelige voorwaarde aangegaan door de vorige regering, gaven gelijk te kennen dat ze hun schuldaflossing zo snel als mogelijk tegemoet willen zien. Helaas bleek herschikking alleen mogelijk zijn als we met het IMF in zee zouden gaan. Gezien het feit, dat wij niet in staat waren aan de schuldaflossing te voldoen, wegens een lege staatskas, restte ons slechts 1 optie; de gang naar het IMF. Met het IMF zijn onderhandelingen gevoerd waarbij wij als land hebben kunnen bewerkstelligen, dat er een herstelprogramma uitgevoerd zal worden die door onze eigen mensen is samengesteld. Het IMF ging akkoord, met het door onze eigen mensen samengestelde, herstelprogramma. Internationale ontwikkelingen zoals, COVID-19, de oorlog in Oekraïne, de enorm gestegen vrachtkosten en gestegen wereldprijzen van levensmiddelen, maakte dat het herstelprogramma op zeer negatieve wijze werd beïnvloed.

Momenteel zijn wij als land bezig met heronderhandelingen om na te gaan hoe de voorwaardes kunnen worden aangepast zodat de gevolgen van zaken waarop niet was gerekend, kunnen worden opgevangen. Door de samenwerking met het IMF zijn internationaal ook vele andere deuren opengegaan. IDB en Wereldbank zijn o.a. na het IMF ingekomen met fondsen voor vooral de productiesector. Dit zal onze economie gegarandeerd stimuleren waardoor we als land in de gelegenheid gesteld zijn te produceren en import te vervangen. Daarnaast kunnen we exporteren en deviezen verdienen.

Vandaar dat de regering sterk bezig is met het stimuleren van de productie in de agrarische sector. Aan het ministerie van LVV is hiervoor grond ter beschikking gesteld. Voor verdere stimulering is het Nationaal Ontwikkelings Fonds voor de Agrarische sector, NOFA-fonds ter beschikking, het MKO-fonds voor de ondernemers en ook bij de Nationale Ontwikkelings Bank, NOB kan men terecht. Bij al deze fondsen kunnen zowel nieuwe als bestaande ondernemers terecht voor leningen tegen gunstige voorwaarde.

Het ligt nu bij de bestaande en nieuwe ondernemers om de geboden kansen te grijpen om zo meer te kunnen produceren. De huidige regering is ervan overtuigd dat vele producten die momenteel worden geïmporteerd, lokaal wij zelf in staat zijn te kunnen produceren en hierdoor de zowel de ondernemers als de Surinaamse economie te helpen ondersteunen. Laten we de geboden kansen die er nu zijn, goed benutten. Hierdoor kan je niet alleen jezelf, maar de totale gemeenschap helpen erop vooruit te gaan. Willen wij uit de economische crisis geraken, dan is het nu meer dan ooit dat wij als 1 natie, 1 land Suriname, de handen in elkaar slaan. Together we build our nation Surinam.

DNA-lid Ramdien Harriet

error: Kopiëren mag niet!