Wet moet grondgebied bevestigen waar Suriname bevoegd is belastingen te heffen

In de Nationale Assemblee is gisteren in behandeling genomen de ontwerpwet die het geografisch gebied bevestigt waarover Suriname bevoegd is regels te stellen met betrekking tot het heffen van belastingen. Tot nu toe ontbreekt in veel heffingswetten een omschrijving van wat moet worden verstaan onder “Suriname”, als het gaat om het geografisch gebied waarin de Republiek Suriname de bevoegdheid heeft om een bepaalde belasting te heffen. In gevallen waar er wel een definitie hiervan wordt gegeven, wordt dit omschreven als “het grondgebied van de Republiek Suriname, alsmede de territoriale wateren”. 

Na de invoering van de Wet Maritieme Zone in 2017 is duidelijk geworden, dat een dergelijke omschrijving niet meer toereikend is om bestaande belastingwetten in volle omvang te kunnen uitvoeren. Met het wetsontwerp wil de regering eenduidigheid scheppen door voor de heffing van alle belastingen, “Suriname” te definiëren zoals omschreven in artikel 1 van het wetsvoorstel. 

Exclusieve economische zone en continentaal plateau

Onder het geografisch gebied Suriname wordt verstaan het grondgebied zoals omschreven in de Grondwet van de Republiek Suriname, met inbegrip van de territoriale wateren, de exclusieve economische zone (EEZ) en het buiten de territoriale zee onder de Atlantische Oceaan gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan (continentaal plateau), voor zover Suriname op grond van internationaal recht in samenhang met de Wet Maritieme Zone soevereine rechten mag uitoefenen.  

Met de exclusieve economische zone (EEZ) buiten de territoriale zee is het geografisch gebied waarover Suriname soevereine rechten mag uitoefenen minimaal tweemaal groter geworden.  

Suriname heeft op grond van haar soevereine rechten met betrekking tot de exclusieve economische zone en het continentaal plateau, in de loop der tijd verschillende concessies dan wel vergunningen verleend aan derde partijen voor onder andere de verkenning, exploratie en exploitatie van petroleum en het uitoefenen van zeevisserij. De regelgeving inzake onder andere de operationele uitvoering van de betreffende activiteiten zijn verder nader uitgewerkt in de Petroleumwet 1990, het Decreet Mijnbouw, de Zeevisserijwet en andere relevante regelgeving. 

Rechten en plichten

Deze regelgeving heeft met name betrekking op onder andere de rechten en plichten, die in het kader van het gebruik van de verleende vergunning, ten aanzien van de houder van een concessie/vergunning gelden. 

Een van bedoelde plichten is met name het betalen van belastingen, verbonden aan de uitvoering van de werkzaamheden. In het wetsvoorstel wordt een opsomming gegeven van alle belastingen die van toepassing zijn. Daaronder vallen onder andere Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Dividendbelasting, Vermogensbelasting, Huurwaardebelasting, Zegelrecht, Invoerrecht, Accijns en Verbruiksbelasting.

De eenduidigheid en duidelijkheid die het wetsvoorstel beoogd voor het heffen van alle belastingen is van belang met het oog op de toenemende economische activiteiten in de territoriale wateren en de exclusieve economische zone van Suriname, inclusief het continentaal plateau.

SS

error: Kopiëren mag niet!