Wijngaarde: “We moesten onafhankelijk worden”

Aan de vooravond van de dag waarop Suriname zijn Onafhankelijkheid viert, ook wel bekend als Srefidensi, blikt Iwan Wijngaarde, de voorzitter van de Feydrasi Fu Afrikan Srananman (FFAS), terug op de jonge geschiedenis van Suriname sinds de onafhankelijkheid. 

Wijngaarde heeft als vertrekpunt dat Suriname vanaf de start niet een gemeenschappelijke visie en nog minder een gezamenlijke aanpak heeft gehad vanaf dag 1 van de onafhankelijkheid. “Er is steeds vanuit groepen gedacht”, laat hij weten. Hij wijst er ook op, dat er voor de onafhankelijkheid geen behoefte was aan beleid dat gericht was op samensmelting, maar van verdeel en heers. “En die opvoeding nemen wij over”, licht hij toe. “Het lukt vrijwel nooit om in saamhorigheid met elkaar te werken, met liefde naar elkaar toe”, zegt Wijngaarde op basis van 53 jaar ervaring in samenwerking met verschillende doelgroepen.

Saamhorigheid

Wijngaarde legt de nadruk op de noodzaak van het hebben van saamhorigheid onder de diverse bevolkingsgroepen. “Dat is er nooit geweest, het is altijd een beetje toneelspelen met elkaar, maar de oprechtheid is nooit echt volledig”, maar dat is mijn mening benadrukt de voorzitter van de FFAS.

Identiteit

Op dit punt snijdt Wijngaarde een andere problematiek aan, namelijk dat van de identiteit per groep, iets dat vaak de juiste interpretatie mist in de discussie. Juist vanwege de verschillende sterktes van de identiteit bij de diverse bevolkingsgroepen van Suriname wijst Wijngaarde op de discrepantie binnen de samenleving. Met name de Afro groep is volgens Wijngaarde bij het inluiden van de onafhankelijkheid met de grootste achterstand begonnen, juist vanwege de identiteit die deze groep gedurende de 350 jaar van slavernij is ontnomen. Daar waar andere groepen hun cultuurbeleving mochten en konden in stand houden werden gebruiken en beleving van de Afro-Surinamer aan banden gelegd. In een eerder gesprek met een historicus wees deze erop dat het spelen van de ‘trommel’ verboden was. Zo noemt ook Wijngaarde de Winti Oso’s die bij ontdekking werden afgebroken.

“De andere groepen kennen hun normen en waarden, omdat dat hen niet ontnomen is, bij de Afro’s is dat hun voor meer dan 7 generaties wel ontnomen. Men heeft er nooit bij stil gezeten wat dat betekent voor je etniciteit en identiteit. Het is van eminent belang voor groei en ontwikkeling”, bepleit Wijngaarde.

Natievorming

Wijngaarde zet uiteen dat de tijd toch rijp was voor onafhankelijkheid ondanks de onderlinge sociale verhoudingen. Internationaal leefde het besef om afstand te doen van koloniën. De onderlinge verschillen hebben van meet af aan een beperkende factor gespeeld om te komen tot natievorming. “We konden niet langer wachten, want anders werden wij er uitgetrapt en dat zou een grotere nederlaag zijn geweest”, aldus de FFAS-voorzitter. “Het leefde in die periode, dat men van hun koloniën af wilde en niet met de vinger wilde worden nagewezen dat zij mensen uitbuitten.”

Concluderend zegt Wijngaarde, dat er vanaf de onafhankelijkheid niets is gebeurd aan de identiteit van de Afro groep. “Van de andere groepen is dat doorgegaan en ontwikkeld”, besluit Wijngaarde.

RB      

error: Kopiëren mag niet!