Overheidsschuld bij CBvS ruim SRD 9.7 miljard

De overheid heeft bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS) een totale schuld uitstaan van ruim SRD 9,7 miljard. De voorschotten van de Bank aan de overheid bedraagt per ultimo juni dit jaar SRD 1,6 miljard, waarvan bijna SRD 112 miljoen achterstallig.

De geconsolideerde vlottende schuld van de overheid bij de moederbank bedraagt per dezelfde datum SRD 8,1 miljard, waarvan SRD 1,2 miljard achterstallig. De rentevoet op de schulden bij de CBvS bedraagt nu 9 procent. Dit blijkt uit het Staatsschuldenplan 2023 samengesteld door het Bureau voor de Staatsschuld. Dit document is samen met de Staatsbegroting aangeboden aan de Nationale Assemblee.

De regering is nu bezig om haar schulden bij de moederbank te herstructureren. Op basis van de schuldherschikking wil ze volgend jaar de voorschotten ter waarde van SRD 900 miljoen aflossen, en de voorschotten ter waarde van SRD 648,8 miljoen worden in 2024 afgelost.

In 2023 wordt gestart met de aflossing van de geconsolideerde vlottende schuld. De rentevoet voor de periode 2022-2024 wordt teruggebracht op 6%. Alle achterstallige betalingen op rente tot en met 2021 worden kwijtgescholden. De verliezen van de CBvS die uit deze kwijtschelding voortkomen, zullen in het herkapitalisatieplan van deze instellingen worden meegenomen.

Herstructurering schuld

De overheid zal betalingen op kwartaalbasis doen, waarbij de betalingen steeds een kwartaal later mogen geschieden, zonder dat het wordt aangemerkt als een achterstallige betaling. Hierdoor heeft de overheid wat meer ademruimte bij het doen van uitgaven.

Binnen het IMF-programma is er voor 2023 en 2024 respectievelijk USD 130 miljoen en USD 42 miljoen uit begrotingssteun middelen van de diverse Internationale Financiële Instituten (IFI’s) gealloceerd voor aflossing van de schulden aan de CBvS. De rentebetalingen zal de overheid zelf moeten opbrengen in de desbetreffende jaren. 

De voorschotten aan de Staat bestaan uit drie componenten. Het eerste betreft een bedrag van SRD 707 miljoen, op basis van artikel 21 van de Bankwet. Hiervan is een bedrag van SRD 58,4 miljoen achterstallig. Het tweede gaat om een bedrag van SRD 400 miljoen, op basis van de Wet Uitzonderingstoestand Covid-19. Van dit bedrag is SRD 36 miljoen achterstallig. Het derde betreft een bedrag van SRD 500 miljoen, eveneens op basis van de Wet Uitzonderingstoestand Covid-19. Hiervan is SRD 22,5 miljoen achterstallig.

De geconsolideerde vlottende staatsschuld bedroeg in totaal SRD 8,1 miljard, waarvan achterstallig SRD 1,2 miljard.

SS

error: Kopiëren mag niet!