Private sector zegt participatie in Tripartiet Orgaan op

De private sector oftewel het bedrijfsleven ziet het niet als zinvol om het mandaat van het Tripartiet Orgaan (TO) in de huidige vorm voort te zetten en ziet daarom af van verdere participatie, zodra het mandaat van het orgaan is verlopen. Na een jaar de balans opmakend en evaluatie van de uitvoering van het Tripartiet Akkoord komt het tot de conclusie dat het ondernemen in Suriname juist is verslechterd, vindt er repressief prijsbeleid plaats en is de arbeidsmarkt door overheidsconcurrentie verder onder druk komen te staan.

Dit heeft ze vorige week 25 oktober in een schrijven aan de voorzitter van het TO, Willem de Miranda, laten weten. Namens de vertegenwoordigers van de private sector is het schrijven getekend door Bryan Renten. De private sector wordt vertegenwoordigd door de bedrijfslevenorganisaties Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA), Surinaamse Hospitality and Tourism Association (SHATA), Algemene Aannemers Vereniging (AAV) en Associatie van Kleine- en Middelgrote Ondernemers (AKMOS). 

In het Tripartiet Orgaan zitten vertegenwoordigers van de sociale partners, te weten de overheid, de vakbeweging en het bedrijfsleven. Op 24 november vorig jaar hebben partijen een Tripartiet Akkoord ondertekend. Dit akkoord is bedoeld als brede ondersteuning bij de uitvoering van het Herstelplan 2020-2022 van de regering. Het moet garant staan voor sociale rust.

Ondernemen juist verslechterd

De private sector zegt na evaluatie van 1 jaar uitvoering van het Tripartiet Akkoord tot de conclusie te zijn gekomen, dat voornamelijk de focus is gelegd op maatregelen op het gebied van belastingen en sociaal vangnet, en dat er nagenoeg geen enkele vordering is geboekt op het prijsbeleid, ondernemerschap en werkgelegenheid. “Integendeel is juist het ondernemen in Suriname verder verslechterd, vind er repressief prijsbeleid plaats vanuit het ministerie van Economische Zaken en is de arbeidsmarkt onder druk komen te staan mede vanwege directe concurrentie van de publieke sector die ook na 2021 verder groeide met meer dan 4000 personen”, luidt een passage uit het schrijven aan de voorzitter van het TO. 

De private sector blijft onverwijld van mening dat succesvolle sociale dialoogstructuren het potentieel is om belangrijke economische en sociale problemen op te lossen, goed bestuur te bevorderen, sociale en industriële vrede en stabiliteit te handhaven en economische vooruitgang te bewerkstelligen. 

Randvoorwaarden

Echter moeten volgens haar alle randvoorwaarden voor succesvol dialoog aanwezig zijn, onder andere politieke wil, bereidheid tot dialoog bij alle partijen, bereidheid om standpunten te verlaten, openheid, juiste representatie van de actoren en passende ondersteuning voor de dialoog, indien nodig institutioneel.

Op 15 september 2022 is na lang aandringen van de private sector het Tripartiet Orgaan geïnstalleerd door president Chandrikapersad Santokhi en hebben de sociale partners in zeer korte tijd een historisch akkoord bereikt. Dit akkoord bevatte afspraken die verdeeld waren over 5 primaire issues te weten belastingen, koopkrachtversterking, sociaal vangnet, prijsbeleid en ondernemerschap en werkgelegenheid.

De private sector is de mening toegedaan dat de focus van de overheid te eenzijdig ligt op de uitvoering van de sociale programma’s en dat de kosten hiervan en ook de gevolgen van haar fiscale en macro economische maatregelen, worden afgewenteld op de private sector. 

Daarnaast heeft de vertegenwoordiging van de publieke sector onvoldoende mandaat om besluiten te nemen en is volledig afhankelijk van de politieke wil om uitvoering te geven aan de afspraken die zijn gemaakt binnen het Tripartiet Orgaan.

Top-Crisisberaad

Voor wat de voortzetting van de sociale dialoog adviseert de private sector aan de vertegenwoordigers van de publiek sector  om het Tripartiet Overleg te transformeren naar een Top-Crisis Beraad. Het Crisis Beraad moet bestaan uit vertegenwoordigers van de regering op ministerieel niveau, werkgevers en werknemers. Het Nationaal Crisis Beraad moet bovendien voorgezeten worden door de president. Op deze manier kan versneld uitvoering worden gegeven van gemaakte afspraken en kan eventuele bijsturing effectief plaatsvinden. Naast de president zou de regering in het Nationaal Crisis Beraad vertegenwoordigd worden door de ministers van Financiën, Economische Zaken, Landbouw, Veeteelt en Visserij, Transport, Communicatie en Toerisme, Natuurlijke Hulpbronnen, Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken en Openbare Werken.

Verder vindt de private sector dat de Sociaal Economische Raad versterkt moet worden en dat er een sterk leiderschap wordt benoemd.

In deze periode moet de regering heel bewust de institutionele versterking van de SER aanpakken, zodat dit belangrijk orgaan haar wettelijke rol in het sociaal-maatschappelijk bestel van Suriname kan vervullen. De private sector ziet in de SER het enigste duurzame alternatief voor adviezen op sociaaleconomisch gebied.

SS

error: Kopiëren mag niet!